Menu

Overige documenten

Verpachting van de Impost op de Consumptie van den Turf, ende van de Koolen


Consumptie van den Turf, ende van de Koolen

Ordonnantie particulier / waer op van wegen de Staten Generael / ten behoeve van de gemeene saecke / sullen werden verpacht den Impost op den Turf / ende van de Koolen / die binnen de Steden / Forten en ten platten Lande van Brabandt / onder de gehoorsaemheydt van de Generaliteyt staende / opgedaen en gesleten sullen werden: En dat voor den tydt van ... ingaende den eersten ... ende eyndigende den laetsten ...

Gearresteert den 23. Julii 1716.

Eerst op de consumptie van den Turf

I.

Eerst ende vooral / sal den Pachter van desen Impost gehouden wesen / te achtervolgen alle de Poincten ende Articulen in de generale Ordonnantie begrepen / desen Impost concernerende.

II.

Voorts sal den Pachter hem reguleren in het ontfangen van den voorschreven Impost / na de maniere ende het gebruyck te vooren in de Steden geobserveert / ten ware hem anders specialijcken omme redenen ware geordonneert. En belangende de Dorpen / sal den Pachter mogen gebruycken de bequamste middelen / omme daer inne niet gefraudeert te mogen werden / of sal met den selven mogen overkomen / als hy met henluyde / het zy verkoopen of andersints sal konnen vergelijcken.

III.

Ende sal ten Impost ontfangen van elcke tonne Turf / drie manden voor twee tonnen gereeckent / ende daer de manden merckelijck grooter of kleynder zijn / te reeckenen na advenant / de drie tonnen, gerekent tegens twee Leydtsche of Haeghsche tonnen, die van eenerley grootte zyn, het zy de selve binnen den Lande ofte daer buyten gedolven is (alle Stuyvelingh voor zwaren Turf gereeckent) ses penningen: Welverstaende dat hy van den grauwen Turf / op hem selven alleen geladen / van de twee tonnen maer een en sal ontfangen / maer soo verre de selve met zwarten Turf gemenght ware / sal in sulcken gevalle daer van mede ontfangen ses penningen / als van den zwarten.

IV.

Welcken voorschreve Impost betaelt sal werden by den Verkooper / ten ware yemandt selfs Turf hadde doen delven / ofte tot sijnen behoeve in de Veenen ofte elders hadde doen koopen / waer van hy den Impost met'er daedt sal betalen / ter plaetse daer hy de selve opdoet / het zy om aldaer gesleten ofte wederom verkocht te werden: Welverstaende / dat soo wanneer yemandt van sijn opgedanen Turf uyt een Stadt ofte Parochie vervoert ofte verkoopt / omme daer uyt vervoert te werden / sal den Pachter die den Impost daer van ontfangen heeft / gehouden wesen den ontfangen Impost hem te restitueren / mits dat hy / ofte andere / die den Turf wil vervoeren / ofte doen vervoeren / gehouden werdt den Pachter daer van by een van de gezwooren Boode ofte Tonsters te vooren te doen verwittigen / ten eynde de selve Pachter hem daer by magh laten vinden / ofte eenen anderen stellen.

V.

Item / soo sal den Turf overal gemeten werden by gezwooren Tonsters / die ter requisitie van den Pachter gehouden sullen wesen heuren eedt te vernieuwen aen handen van de Magistraten / ter presentie van den Pachter/ die by desen daer toe oock werden geauthoriseert / heurluyder eedt te mogen staven ende afnemen / sonder daer van yet te genieten / ende soo wie onwilligh is sijnen eedt te vernieuwen / en sal geenen Turf meer mogen tonnen / op poene van arbitralijcken gecorrigeert te werden by geesselinge / bannissement ofte anders. En sullen de voorschreve Turftonners, of Turftonsters, niet mogen zyn eenige Persoonen, het zy Mans, of Vrouwen, die zyn in dienst van eenige Keetenluyden, ofte andere Persoonen die Turf tot hare Neeringh gebruycken, op een boete van vyftigh guldens.

VI.

Item / soo en sal niemandt wie hy zy eenigen Turf in Schepen / Schuyten / op Wagens / Karren / of Sleden / binnen de Steden ofte Dorpen mogen brengen / ofte sal gehouden wesen (aleer hy de selve Turf lost / ofte doet lossen) te gaen by den Pachter ofte Collecteur van den voorschreven Impost / ende aldaer te laten opschrijven sijnen rechten naem ende woonplaetse van dien / dewelcke hem geven sal een Teycken of Loot / daer by dat blijcken sal dat hy hem heeft laten opschrijven. Ende sullen geene Tonsters of Vulsters in eenigh werck mogen treden om Turf te tonnen ofte vullen / voor ende aleer sy het selve Loot ofte Teycken sullen hebben gesien en ontfangen. Ende sullen de Leveraers van den Turf gehouden wesen terstondt / na dat syluyden haren Turf gelevert sullen hebben / met de selve gezwooren Tonsters / die den Turf gemeten ofte getont sullen hebben / wederomme te komen by den selven Pachter of Collecteur. Ende sullen de Tonners / Tonsters ofte Vulsters / aen hem overleveren het voorschreve Teycken ofte Loot / ende daer beneffens pertinentelyck aengeven hoe veel Turfs sy daer uyt gemeten ofte getont hebben / op de verbeurte (indien van de voorsz poincten in gebreke blyven) van haer Officie / ende een boete van vyftigh guldens. Ende sullen de voorschreve Leveraers den Impost terstondt moeten betalen / dewelche oock gehouden zijn / des by den Pachter versocht zijnde / by eede te verklaren / geen Turf voor die reyse meer gelevert te hebben / als de voorschreve Tonsters hebben aengegeven, op een boete van hondert guldens. Sullen oock mede de Huysluyden ofte andere / die eenigen Turf gelevert of gelost hebben met hare leedige Turfschepen / Schuyten / Wagen / Karre ofte Sleden niet mogen wechvaren ofte doen wechvaren / voor ende aleer dat sy den Pachter ofte Collecteur van haren geleverden Turf hebben betaeldt of gecontenteert / daer van haer by den voorschreven Pachter ofte Collecteur sal gegeven werden een Biljet / om het selve Biljet wederomme te leveren in het uytvaren aen handen van de Cherchers / Poortiers / Boom- ofte Sluyswachters / die by de Pachters daer toe sullen wesen gecommitteert; ende dit alles op de verbeurte van de waerde van den Turf / mitsgaders voor de geene die het Loot ofte Teycken in voegen als vooren niet gehaelt en sullen hebben voor het lossen van de Schepen / Schuyten / Wagens / Karren ofte Sleden / met de Paerden daer den Turf in- ofte opgeladen is geweest / te appliceren volgens het Placaet.

VII.

Niemandt sal vermogen eenige doove Koolen te brengen van het platte Landt in de Stadt, op de verbeurte van de selve Koolen, en een boete van vyftigh guldens.

VIII.

De Backers, hare Ovens met Riet, Saeghsel, Mot, of Doppen van Boeckweyt stoockende, sullen de selve, alvoorens die op te doen, moeten aengeven aen den Pachter van den Impost op de Turf en Koolen, en hem voor Impost betalen de helft van de waerde van het voorschreve Riedt, Saeghsel, Mot, of Doppen van Boeckweyt, op een boete van vyftigh guldens.

IX.

Ende soo wie eenigen Turf brenght ofte laet brengen / opdoet / ofte laet opdoen / ter plaetse daer men volgende dese Ordonnantie den Impost schuldigh is / sonder de selve te doen meten by den gezwooren Tonsters / sal verbeuren tien ponden van veertigh grooten / te appliceren als vooren.

X.

Van desen voorschreven Impost sullen exempt en vry wesen de Gasthuysen / en andere diergelijcke Arme Huysen / by de Aelmoessen hen onthoudende; ende mede de Diaconen / Aelmoesseniers / of Armenbedienaers / binnen dese Stadt ende Vrydom / van den Turf die sy voor den Armen sullen uytdeelen.

XI.

Soo wie Pachter blyft van desen Impost / sal gehouden wesen ten Comptoire van den Ontfanger ... te betalen binnen de drie eerste maenden / t'elcke maendt een gerecht twaelfde part van sijnen beloofden Pachte / de volgende drie maenden elcke maendt een sesdepart / ende de resterende ses maenden elcke maendt een vier en twintighte part / ofte by gebreke van dien / sal den Ontfanger het selve mogen doen executeren ende innen aen den Pachter of sijnen Borgen / na vermelden ende inhoudt van de generale Ordonnantie.

Van de Koolen.

Ordonnantie / volgende dewelcke in de Steden / Forten / en platten Lande van Brabant / onder de gehoorsaemheyt van de Generaliteyt / ten behoeve van de gemeene saecke / verpacht sal werden den Impost van de Koolen voor den tydt van ... : Innegaende den eersten ... ende eyndigende den laetsten ...

Gearresteert den 23. Julii 1716.

I.

Eerst ende vooral / sal den Pachter van desen Impost gehouden wesen / te achtervolgen alle de Pointen ende Articulen in de generale Ordonnantie begrepen / desen Impost concernerende.

II.

Den Pachter sal tot Impost ontfangen van elck hondert Wage groote Koolen / soo Luycksche / Engelsche of Schotsche / vier guldens: Ende van elcke Waegh na advenant.

III.

Welcken voorschreven Impost betaeldt sal moeten werden ter plaetse daer de selve sullen werden geconsumeert / ende dat by den Kooper die de selve Koolen sal koopen / soo haest die by hem ontfangen ende opgedaen sullen zijn.

IV.

Ende en sullen geene Koolen verkocht zijnde / gelost of opgeleydt mogen werden omme geconsumeert te werden / ten zy de selve behoorlijcken / door de gezwooren Wegers ende Meeters respective werden gemeeten ofte gewogen / sonder dat men hier inne eenige overstapelinge sal mogen doen / ten ware de selve met de Wage ofte Mate by yemandt / omme weder te verkoopen met kennisse van den Pachter waren opgeleydt / ende oversulcks consent tot de selve overstapelinge quame te gedragen / ende anders niet / op poene van vijf en twintigh ponden te veertigh grooten het pondt.

V.

Niemandt en sal oock eenige Koolen buyten de Plaetse sijnder residentie koopende / mogen opdoen / ten zy hy eerst ende alvooren het selve den Pachter aengegeven hebbe / ende behoorlijck Loscedulle van den Pachter daer toe ontfangen / mede op gelijcke poene van vijf en twintigh ponden.

VI.

De gezwooren Wegers ende Meeters / sullen gehouden zijn den Pachter aen te brengen / hoe veel Koolen by hen gewogen ofte gemeeten sullen zijn / met den naem en woonplaetse van den Kooper / oock de Plaetse daer die opgeleydt sullen zijn / ende dat soo haest het werck by hen gedaen sal wesen / op de poene van vijf en twintigh ponden als boven / ende privatie van haer Officien.

VII.

Ende sullen egeene Koolen opgeleydt / ofte op het Landt geset mogen werden / ten zy den Kooper de selve eerst en alvoorens den Pachter aengegeven sal hebben / ende behoorlijck Loscedulle daer te ontfangen / op poene van gelijcke vyf en twintigh ponden.

VIII.

Sullen oock de gezwooren Wegers of Meeters / in geen werck mogen treden / sonder daer van eerst ende alvooren by den Pachter een behoorlyck Biljet te hebben ontfangen / inhoudende den naem ende Plaetse daer die gelost sullen werden: Welck Biljet den Weger ofte Meeter gehouden sal zijn by hem te houden / omme den Pachter tot allen tijden te vertoonen soo meenighmael als hy begeeren sal het selve te sien / op poene van twintigh gelycke ponden.

IX.

Welck Biljet soo haest het werck sal zijn gedaen / by de Wegers of Meeters in handen van den Pachter gelevert sal moeten werden / nevens het aengeven van het gunt sy gewogen of gemeten sullen hebben.

X.

Ende indien yemandt hem vervordere eenige Koolen te ontfangen / sonder behoorlijcke Wage ofte Mate / sal den Ontfanger van de voorschreve Koolen verbeuren de boete van vyftigh gelycke ponden.

XI.

Den Pachter van desen Impost en sal met niemandt mogen accorderen ofte composeren ofte minder van desen Impost ontfangen als de volle gerechtigheydt / op een poene van vyftigh gelycke ponden / soo dickwils hy compositie sal maecken ofte aengaen / boven de boeten van het Placaet ende generale Ordonnantie / die de volgende Pachter op de afgegaene sullen mogen verhalen / voor den Raedt van State / die daer op sullen doen kort ende onvertogen recht.

XII.

De Koolen die buyten de voorschreve Steden en Lande vervoert sullen werden / sullen de afschrijvinge subject zijn / die toegestaen werdt te mogen werden gedaen.

XIII.

De Steden sullen vermogen / de Keuren alreede op het branden van de Koolen gemaeckt / ofte die sy namaels sullen goetvinden alsnoch te maecken / te doen observeren / sonder dat den Pachter ter oorsaecke van dien eenige klaghten ofte doleantien sal mogen doen.

XIV.

Soo wie Pachter blijft van desen Impost / sal gehouden wesen ten Comptoire van den Ontfanger ... te betalen alle maenden een gerecht twaelfde deel van sijnen Pachte / ofte by gebreecke van dien / sal den Ontfanger het selve mogen doen executeren ende innen aen den Pachter ofte sijne Borgen / naer vermelden ende inhoudt van de generale Ordonnantie.

XV.

Ende sal de Pacht van desen Impost ingaen op den eersten ... eerstkomende met der Sonnen opgangh / ende wederom eyndigen den eersten ... daer aen volgende / met der Sonnen opgangh / makende den tijdt van een jaer.

XVI.

Op de Conditien ende Voorwaerden / soo in de generale als in dese particuliere Ordonnantie begrepen / is Pachter gebleven van desen Imposte ende van de consumptie op de Turf / soo hier vooren is verhaelt / ... voor den tydt van een jaer / ommme de somme van ...

Des t'oirkonde is desen getekent by de Gecommitteerden van den Raedt van State / op den ...



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832