Menu

Akten Notarieel Archief Tilburg

Akte R-1820-115-226-109

Op heden den zeventienden mei des jaars achttien honderd twintig, compareerde voor mij Pieter Gerard Molengraaff, openbaar notaris, residerende te Tilburg, hoofdplaats van het kanton, arrondissement van 's Hertogenbosch, provincie Noord Braband, ten huize en herberge van Wilhelmus van den Hout, te Tilburg wijk Veldhoven, in bijwezen van de nagenoemde en ondergetekende getuigen:
Dionisius van Tulder en Hendrikus van Tulder, beide kaardenmakers, wonende te Aarle Rixtel, en Leonardus van Tulder, gewezen schoolonderwijzer, wonende te Rijthoven,
1. in kwaliteit als vader en legale voogd over zijne drie nog minderjarige kinderen, met naamen Maria Genoveva, Maria Cornelia en Fortunatus van Tulder, alle drie zonder beroep, wonende te Aarle Rixtel en
2. voor zich zelve, voor zoo veel desnoods ten aanzien den regten van tocht, de welke hem op de nabeschreven goederen zoude kunnen of mogen competeren.
Te kennen gevende dat voornemens zijn uit kragte van authorisatie van de regtbank van eerste aanleg, zitting houdende te 's Hertogenbosch, van dato den achttienden april des jaars achttien honderd en twintig, waar van eene expeditie geregistreerd te 's Hertogenbosch den twintigsten daar aan volgende, deel tien folio negenentachtig vak drie, ontvangen voor regt van authorisatie een gulden een en veertig en een halve cents, voor expeditie twee gulden zes en dertig en een halve cent en voor de verhogingen vier en negentig en een halve cent, door ... ; ten deze vertoond gelezen en dadelijk terug gegeven, en ingevolge gedane annonces, door het ministerie van voornoemde en ondergetekende notaris, als daar toe bij de aangehaalde authorisatie benoemd, als nu over te gaan, tot de publieke verkooping, van nabeschreven onroerende goederen, waar van de finale verkooping zoo de zelve plaats heeft, geschieden zal, bij kaars uitbranding op woensdag den een en dertigsten mei eerstkomende, ten dezen plaats en uure, en zulks op de navolgende generale en speciale conditien en voorwaarden.

Artikel 1 t/m 16 (niet vertaald).

Omschrijving van het te verkoopen goed.

1. Een huis, stal, schuur, schop, hof en aangelegen erve, staande en gelegen te Tilburg aan de Hasselt, gequoteerd no. 484, groot omtrent drie en drie vierde lopensen, belend oost en west Daniel Swagemakers zuid de straat en noord een weg.
2. Een parceel teulland, groot omtrent drie en een half lopensen, gelegen als voor ter plaatse voorschreven, en belend oost een weg, west Johannes Smulders, zuid Huijbert van Groenendaal en Daniel Swagemakers en noort de straat.
3. Een parceel teulland, genaamd den IJskelder, groot omtrent drie lopensen, gelegen als voor te Tilburg aan de Hasselt, belendende oost den heer van Hogendorp west Huijbert van Groenendaal en Peter Schijven erfgenamen, zuid de erve Peter Schijven en noord Huijbert van Groenendaal.
4. Een parceel weide, groot omtrent vier en een half lopensen, gelegen als voor te Tilburg aan de Hasselt, belend oost Gerardina Peijnenburg, west Daniel Swagemakers, zuid den zelven en noord de heer graaff van Hogendorp.
5. Twee parcelen akkerland, aan elkander, groot te zaamen omtrent vijff en een half lopensen, gelegen als voor te Tilburg aan de Hasselt en belend oost Hendrik van de Vloet en Theodorus Smarius, west Adriaan van Iersel, zuid Jan Vromans en noord Jan Baptist van Groenendaal.
6. Een perceel teulland, groot vier lopensen of daaromtrent, gelegen te Tilburg aan de Hasselt, en belend oost Daniel Swagemakers west de straat zuid en noord een weg.
Belast met, en zal de kooper voortaan hieruit moeten blijven vergelden eene pagt op rente van twee gulden vijfenzeventig cents 's jaars aan den Heiligen Geest Armen van Tilburg.
Voords zijn deze goederen belast en speciaal verbonden, blijkens contract gepasseerd tusschen Leonardus van Tulder cum suis, voor schepenen van Tilburg en Goirle in dato vier en twintigsten september des jaars achttien honderd en drie, met eene jaarlijkse uitkering van vier en zestig vaten rogge aan Maria Catharina van Tulder, gedurende haar leven lang, welke Maria Catharina van Tulder is gebooren te Tilburg den vijfden october des jaars zeventien honderd vijf en zestig, en tans woonagtig te Moergestel, kunnende de voorschreven uitkering van vier en zestig vaten rog, jaarlijks, gedurende haar leven, door haar ten gevolge van gedagt contract, van den huurder en bruiker, dezer steede worden opgeeischt en ingevorderd, welke uitkering dus voortaan voor rekening van den kooper zal zijn, eerst maal over den oogst des jaars achttien honderd en twintig.
De kooper zal de voorschreve goederen niet eerder kunnen in gebruik aanvaarden, den huizinge en hof te helft april, de teullanden te oogst en de weiden ... des jaares achttien honderd twee en twintig respective, als moetende worden gestand gedaan, alzulke verhuring als mogt blijken, daar van te zijn aangegaan, echter zal de kooper trekken en genieten de revenuen, huurpenningen en rog pagt van dezelve goederen, zoo als verkoopers het regt hadden om te doen, te rekenen ten aanzien de huur in geld op ... van den vijftienden april en van de huur of pagt in rogge over den oogst, beide dezes jaars 1800 twintig af aan, of zal de kooper met den tegenswoordigen gebruiker of huurder kunnen overeenkomen en schikkingen maken, en wel in allen geval zoo, dat de verkoopers wegens ... niet worden aangesproken bemoeijlijkt nog schaade lijden maar deze deswege van alles af zijn.
Trekgeld twaalf gulden.
Armgeld een gulden.
En hebben voornoemde comparanten verkoopers aan mij notaris verzogt om op de voormelde conditien, lasten en voorwaarden, als nu over te gaan tot de provisioneele verkooping, en hebben na gedane voorlezing getekend.

Aan welk verzoek voldoende heb ik notaris, ten overstaan van den wel edele gestrenge heer mr. Johannes Franciscus Josephus Baesten, vrederegter van het kanton Tilburg, in tegenwoordigheid van voornoemde Leonardus van Tulder vader en voogd, en Dionisius van Tulder toeziende voogd over de in deze ... minderjarigen ter presentie van de nagenoemde en ondergetekende getuijgen, aan de bijeengekomen gegadigdens voorgelezen, de conditien en voorwaarden dezer verkooping, met de omschrijving van het te verkoopen goed, en vervolgens ten overstaan en in bijwezen als voor, tot de provisioneele verkooping geprocedeert in maniere als volgd:
Het voormelde goed is ingezet op achttien honderd vijftig gulden, bij de heer George Schouw, griffier bij het vredegeregt te Tilburg, en inwonende aldaar, afgehangen van vijfentwintig honderd gulden gedaald tot achttien honderd vijfenzestig gulden, daar voor gemeind bij Jan Andries van Riel, landbouwer, wonende te Tilburg, die tot verhoging geslagen heeft honderd slagen en heeft na voorlezing getekend:
En gemerkt er niemand meer gehoogd of geslagen heeft zoo hebben de voornoemde verkoopers het voorgemelde goed providioneel verkogt en toegewezen aan voornoemde Jan Andries van Riel, voor behoudens de verhogingen of slagen, dewelke nog zouden mogen worden gedaan en de finale verkooping der zelve goederen, zijnde vervolgens aan de gegadigdens op nieuw bekend gemaakt dat de finale verkooping zal geschieden ter deze plaats en uur heden over veertien dagen.
Aldus provisioneel verkogt gedaan en gepasseerd te Tilburg, op dag, maand jaar en plaats als boven, in bijwezen van Jan Davit Ader deurwaarder en Hubert Norbart van de Sande, kaardemaker, als getuijgen en beide wonende te Tilburg, die deze, met de comparanten, den vrederegter zijnen griffier en mij notaris na voorlezing hebben getekend.

En op heden den een en dertigsten mei des jaars achttien honderd twintig, compareerde voor mij Pieter Gerard Molengraaff, openbaar, residerende te Tilburg, hoofdplaats van het kanton, arrondissement van 's Hertogenbosch, provincie Noord Braband, ten huize en herberge van Wilhelmus van den Hout, te Tilburg wijk Veldhoven, in bijwezen van de nagenoemde en ondergetekende getuigen:
Dionisius van Tulder, Hendrikus van Tulder en Leonardus van Tulder, allen in betrekking en kwaliteit zoo als gemeld is, en denzelve beroep en woonplaatsen opgegeven en uitgedrukt, bij het proces verbaal van provisioneele verkooping van dato den zeventienden mei dezes jaars achttien honderd twintig hier vooren staande, behoorlijk geregistreerd.
Te kennen gevende: dat het heden de bepaalde dag is tot de finale verkooping van het hiervoor omschreven vast en onroerend goed, waar van de provisioneele verkooping heeft plaats gehad, bij proces verbaal hiervoor gemeld, en hebben diensvolgens aan mij notaris verzogt, om als nu over te gaan tot den ontvangst der verhogingen of slagen, dewelke nog zoude mogen worden gedaan in de finale verkooping derzelve goederen, en hebben na gedane voorlezing getekend:

Aan welk verzoek voldoende heb ik notaris, ten overstaan van den wel edele gestrenge heeren mr. Johannes Franciscus Josephus Baesten, vrederegter van het kanton Tilburg, in tegenwoordigheid van voornoemde Leonardus van Tulder vader en voogd, en Dionisius van Tulder, toeziende voogd over de in deze geinteresseerde minderjarigen, ter presentie van den nagenoemde en ondergetekende getuijgen, aan de bijeen gekomen gegadigdens gevraagd, of nog iemand hunnen verkoop te hogen of te slaan, en vervolgens nagedane voorlezing van de conditien en voorwaarden dezer verkooping hier voorenstaande tot de finale verkooping geprocedeerd als volgd:
En gemerkt een waskaarsje ontstoken en uitgebrand zijnde, zonder dat er verder door iemand gehoogd of geslagen is geworden, zoo hebben voornoemde verkoopers de voormelde goederen finaal verkogt en toegewezen aan voornoemde Jan Andries van Riel, landbouwer wonende te Tilburg, voor den koopprijs en som van negentien honderd vijf en zestig gulden, buiten en behalven de onkosten dezer, en heeft gezegde Jan Andries van Riel dadelijk verklaard dezen koop gedaan te hebben voor rekening en ten behoeve van Martinus Jan Smulders landbouwer, wonende te Tilburg, ten dien einde hier tegenwoordig, dewelke heeft verklaard zulks te accepteren, belovende en zich verbindende als gerequireerd en domicilie kiezende ten zijnen woonhuize alhier.
Aldus finaal verkogt, gedaan en gepasseerd te Tilburg op dag, maand, jaar en plaats als boven, in tegenwoordigheid van Jan Davit Ader, deurwaarder en Adriaan Moonen, koopman, als getuijgen en beide wonende te Tilburg, die deze, met de verkoopers, koopers, den heere vrederegter zijnen grifffier en mij notaris na voorlezing hebben getekend.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832