Wilhelmus Cornelis de Beer in huwelijk hebbende Antonia
Maria van Helvoirt, Peter Augustinus van Helvoirt en Cornelia van
Helvoirt, alle wonende alhier en te Loon op Zant, aan wien de administratie
en het bestier van alle vasten goederen bij Maria Catharina van
den Brekel wed. Augustinus van Helvoirt in togt bezeten wordende en waarvan
het erfrecht aan hun, als meede aan Gooijart Augustinus van Helvoirt,
en de innocente Geertruij van Helvoort is competerende, uijt kragte
van authorisatie van scheepenen van Tilborg en Goirle, van den eersten
van Grasmaand 1809 op heden vertoond, cedunt aan Godefridus Vermeer wonende alhier, een parceel akkerland groot een en een quart
Lopense of daar omtrend, gelegen alhier onder Tilborg, ter plaatse agter het Kraaijven,
belend oost en noord Godefridus Vermeer, zuid Jan de Kok, west Adriaan Voskens,
Doende van
outs in de verponding f 0.13.14
Voorts los en vrij, uitgenomen wegen,
stegen, etc. en hebben etc. gelovende etc. allen verholen commer etc. pro
ut in forma
En word ten deeze
verder gerefereerd tot de conditie van publieke verkoping, daar van
gehouden voor commissarissen uit scheepenen alhier den 21 van grasmaand en den 5 van
bloeimaand beijde ...
Zijnde volgens op heden geexhibeerde quitantie deze verponding
bij anticipatie over het jaar 1808 voldaan.
Gepasseerd voor en ten overstaan van etc. die
etc. heden in Tilborg den tienden van zomermaand 1800 negen.
Kooppenn: en slagen f 100,--
voldaan.