Menu

Akten Notarieel Archief Tilburg

Akte R-1800-115-149-49

Wij ondergeteekende Martinus Jan Koijen, Maria Catharina Jan Koijen, Jan Baptist Adam van Riel, als in huwelijk hebbende Pitronella Jan Koijen, verclaaren met den anderen aangegaan ende gemaakt te hebben, de navolgende erfscheijding en deijling der goederen, ons condividenten aangekomen van wijlen onze ouders en vrouwe ouders Jan Gerard Koijen en Antonetta Martinus Castelijns, zaliger respective,

Overmits dewelke, zoo is Martinus Jan Koijen, te deel bevallen, en zal dienvolgens voor zijne portie hebben, behouden en in wettigen eigendom, erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk, twee huijsen aan malkanderen met schop, hoff en aangelegen erve zo land als weide, groot te zamen vijff L, ofte daar omtrent, gestaan en gelegen alhier te Tilborg, ter plaatze de Hasselt, aldaar, oost Jan Peter Beeris en Francis de Haas, zuid en west de straat, en noord de weduwe Gijsbert Bacx, belast met een en eenvierde stuijver chijns jaarlijx, aan D.J. van Hogendorp alhier,
Item, een parceel ackerland, groot drie en een halff loopensaat, ofte daar omtrent, gelegen als voor, aan den Groenenweg, aldaar oost Jan Baptist van Riel, zuid Adriaan van Hest, west den Groenenweg, en noord Jacobus van Groenendaal,
Item, een parceel ackerland, groot een en drievierde loopensaat, ofte daar omtrent, gelegen als voor, aan de Langstraat, aldaar oost de straat, zuijd Norbart Jan Pessers, west Antonij Moonen, en noord Cornelis de Beer,
Laastelijk, een parceel heijbodem, groot drie loopensaat, ofte daar omtrent, gelegen als voor, in den Vosberg, tusschen zijn ... aldaar,
En zal dit lot in vergelijk van caveling, trekken en genieten van den condividente van het derde of laaste loth, de somme van vijff en twintigh guldens eens,
En zal de verkrijger van dit lot in vergelijk van caveling moeten uitkeeren aan den verkrijger van 't volgende tweede lot eene somme van hondert dertig guldens,

Overmits dewelke, zoo is Jan Baptist Adam van Riel, als in huwelijk hebbende Pitronella Jan Koijen, te deel bevallen, en zal dienvolgens voor zijne portie hebben, behouden en in wettigen eigendom erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk, een parceel ackerland, groot vier loopensaat, ofte daar omtrent, geleegen alhier te Tilborg, aan de Hasselt, aldaar aan den Groenenweg, oost den Groenenweg, zuijd Jacobus van Groenendaal, west Jan Jacobus Vromans, en noord Jan Peter Beeris,
Item, een parceel weide, groot drie loopensaat, ofte daar omtrent, geleegen als voor, aan de Vierheggen genaamd, aldaar oost en zuid Martinus Jan Smulders, west Martinus Jan Koijen en noord den H. Geest Armen alhier,
Item, een parceel ackerland, groot eenen drievierde loopensaat, ofte daar omtrent, geleegen als voor, omtrent den IJskelder aldaar genaamd, oost Martinus Schijvens, zuijd Adriaan Hamers, west Adriaan Momboirs, en noord Martinus Schijvens,
Item, een parceel ackerland, groot drie loopensaat, ofte daar omtrent, gelegen als voor, aan 't Craijven, aldaar oost Jan Baptist Dams, zuid de weduwe Gijsbert Bacx, west de straat, en noord Jan Baptist Dams,
Item, een parceel zoo ackerland als schaarbosch, groot vier loopensaat, ofte daar omtrent, geleegen als voor, ter plaatze genaamd in den Peel, of Quadenhoek, aldaar oost de straat, zuijd Gerardus Dams, west de weduwe Cornelis van de Vliet, en noord Arnoldus van Meurs,
Item, een parceel turfveld en uitgesteeken putten, groot vier loopensaat, ofte daar omtrent, gelegen als voor, ter plaatse genaamd de Haansehoeve, bij Dongen, aldaar oost Jan Vermeulen en de weduwe Jan Verbunt, zuijd Adriaan Pijpers, west de weduwe Bernard Raasen, en noord de weduwe Jan Verbunt, belast met een rente van zeeve stuijvers agt penningen, aan 't Geestelijk Comptoir te Breda,
Laastelijk, een parceeltje ackerland, groot een halff loopensaat, ofte daar omtrent, gelegen als voor, ter plaatze voors., aldaar oost de kinderen Adriaan Mijnen, zuijd de kinderen Arnoldus Verbunt, west Christiaan van de Wilde en noord de weduwe Adriaan van Dongen,
En zal dit loth in vergelijk van caveling, trekken en genieten van de verkrijgerse van het derde lot, de somme van hondert vijffentwintigh guldens, eens,

Overmits dewelke, zoo is Maria Catharina Jan Koijen, te deel bevallen, en zal dienvolgens voor haare portie hebben, behouden, en in wettigen eigendom, erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk, eene huijsinge, schuur, schop, hoff en aangelegen erve, zoo land als weijde, groot agtien loopensaten, ofte daar omtrent, gestaan en geleegen alhier te Tilborg, aan den Westen Heijkant, aldaar op het Goirken, oost Johannes Cornelis Schenkers cum suis, zuijd Cornelis Jan Teurlings, west de straat, en noord de waterlaat, belast met drie stuijvers St. Steevens chijns jaarlijx, aan A.J. van Hogendorp alhier, item, met eene gulden zeventien stuijvers, aan den H. Geest Armen alhier, item, met eene gulden tien stuijvers jaarlijx, aan den Armen van Oisterwijk, en, met eene gulden tien stuijvers s'jaars, aan het comptoir van ... te s'Bosch,
Item, een parceel ackerland, groot een en een halff loopensaat, ofte daar omtrent, geleegen als voor, aldaar oost Jan Drabben, zuijd en west ... van Gorkum en noord de waterlaat,
Laastelijk, een parceel ackerland, zijnde nieuwe erve, groot een loopensaat, ofte daar omtrent, geleegen als voor, aldaar oost de straat, zuijd Jan Cornelis Dekkers, west Hendrik Jansen en noord Cornelis Breekelmans,
En zal de condividente, van dit lot, in vergelijk van caveling, moeten uitkeeren, te weeten, aan de verkrijger van het eerste lot, vijff en twintigh gulden, en aan de condivident van het tweede lot hondert vijfen twintigh guldens, dus te zamen een hondert vijftigh gulden, eens,
Voorts is tusschen ons ondergeteekende condividenten geconditioneerd en ondersprooken, dat elk, van ons zijn aanbedeelde zal aanvaarden, van stonden aan, met de lasten, pagten en chijnsen van den jaare 1800,
Aldus bij ons onderteekende, ten onzen wederzeidsche volkomen genoegen gescheiden en gedeeld, de goederen ons als voors. aangekomen, belovende wij condividenten malkanderen deswegens om geen andere scheiding of deiling moeijelijk te zullen vallen, en voorts te zullen onderhouden, alle weegen, steegen, schouwen, waterlaten, en alle andere nabuurlijke regten 't welk d'een of d'anders parceel van ouds zoude mogen subject weezen, ende hebben daar op d'een tot des anders behoeven volkomentlijk verteegen ende gerenuntieerd, inne maniere daar toe behoorlijk, ende gewoonelijk, zijnde, gelovende, deeze deilingh altijd te zullen houden, en doen houden, voor goed, vast, bondig, en van waerden, zonder eenig wederzeggen, en alle verhoolen commer, calangie ofte aantael, hier inne weezende, ofte naarmaals komende, elkanderen te zullen helpen afdragen, 't eenemaal zonder arg ofte list,
En is wijders tusschen ons condividenten geconditioneert en afgesproken dat deeze onze deiling, ten comptoire van den notaris Izaac Bles, resideerende binnen Tilborg, zal overlegd, en aldaar blijven berusten, om bij den gemelden notaris daar uit gemaakt en gedepecheerd te worden, alle zulke behoorlijke copieen, voor zoo ver iders loth betreft, als ingevolge d'ordonnatie van 't klein zegel, word gerequireert, waar toe wij hem niet alleen, maar ook tot het uitleeveren van copieen aan die geene, die in vervolg van tijd, daar toe zoude geregtigt zijn, of kunnen worden authoriseeren bij deezen, en verclaren wij condividenten, dat de voors. goederen geen leene subject zijn, aan den Leenhove in den Bosch,
Tot preciese naarkominge van allen 't geene voors., zoo verbinden wij ondergeteekende condividenten onze perzoonen ende goederen, present ende toekomende, geene uitgezondert dezelve stellende ten bedwange en submissie als na regten,
T'oirconde hebben wij deeze onze deiling alzoo ... binnen Tilborg, ter presentie en bijweezen van Pieter Gerard Molengraaff en Alexander de Kuijper beide als getuijgens hiertoe verzogt, die deeze met en benevens ons condividenten behoorlijk hebben onderteekend, en verclaaren wij condividenten, dat de voors. verdeelde goederen, met en surpasseeren, te zamen, de somme van vijf duijzend guldens, op heeden den zestienden april agtienhondert.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832