Wij ondergeteekende Christiaan en Jan Adriaan Leijten, en
Peter Nicolaas Brenders, als in huwelijk hebbende Cornelia Adriaan Leijten,
verclaaren met den anderen aangegaan en gemaakt te hebben, de navolgende
erfscheiding en deiling der goederen ons condividenten aangekomen van wijlen
onze zuster en vrouwe zuster Maria Anna Adriaen Leijten; zaliger respective.
Overmits dewelke, zoo is Christiaan
Adriaan Leijten, te deel bevallen, en zal dienvolgens in wettigen eigendom
hebben, behouden en erffelijk blijven possideeren,
Een
parceel ackerland, groot twee en een halff loopensaten ofte daar omtrent,
gelegen onder Tilburg, ter plaatse de Schijff, aldaar oost de straat, zuid Anna
Cornelia Piggen, west Francis van Iersel, en noord de erve
Willem Lenaars, los en vrij,
Doende in de ordinaire verponding f
2..5..0.
Overmits dewelke, zoo is Jan Adriaan
Leijten, te deel bevallen, en zal dienvolgens in wettigen eigendom hebben,
behouden en
erffelijk blijven possideeren,
Een parceel
ackerland, groot een en drievierde loopensaat, ofte daar omtrent, gelegen onder
Tilborg, ter plaatse de Schijff; aldaar oost en noord D:J: van Hogendorp, zuid
Jacobus Hoeken, en west d'erve Willem Lenaars, los en vrij,
Doende jaarlijx
in de verponding f 1..15..0.
Overmits dewelke, zoo is Peter
Nicolaas Brenders, als in huwelijk hebbende Cornelia Adriaan Leijten, te deel
bevallen, en zal dienvolgens in wettigen eigendom hebben, behouden en
erffelijk blijven possideeren,
Een parceel ackerland, groot drie
loopensaten ofte daar omtrent, geleegen onder Tilborg, ter plaatse de
Stockhasselt, aldaar oost Peter Nicolaas Brenders, zuijd de weduwe Marinus
Leijten, west Francis van de Knikker, en noord de weduwe Huijbert van Dal, los en vrij,
Doende inde ordinaire verponding f 2..8..0.
Voorts is tusschen ons
ondergeteekende condividenten geconditioneert en ondersprooken, dat elk van ons
zijn aanbedeelde zal aanvaarden van stonden aan, met de lasten en pagten van den jaare 1798.
Aldus bij ons ondergeteekende, ten
onzen wederzeidsche volkomen genoegen gescheiden en gedeeld, de goederen ons als
voors: aangekoomen; Belovende wij condividenten malkanderen deswegens om geen
andere scheiding of deiling moeijelijk te zullen vallen; En vvorts te zullen
onderhouden, alle wegen, steegen, schouwen, waterlaten, en alle andere
nabuurlijke regten, het welk d'een of d'ander parceel van ouds zoude mogen
subject weezen; Ende hebben daar op d'een tot des anders behoeven volkomentlijk
verteegen ende gerenuntieert inne maniere daar toe behoorlijk ende gewoonlijk
zijnde, gelovende deze deiling altijd te zullen houden, en doen houden, voor
goed, vast, bondig en van waerden, zonder eenig wederzeggen, en allen verhoolen
commer, calangie ofte aantaal hier inne wezende ofte naarmaals komende,
elkanderen te zullen helpen afdragen t'eenemaal
zonder arg ofte list.
En is wijders tusschen ons condividenten geconditioneert en
afgesproken, dat deze onze deiling ten comptoire van den notaris Izaac Bles,
resideerende binnen Tilborg, zal worden overgelegt, en aldaar blijven berusten,
om bij den gemelden notaris daar uit gemaakt ende gedepecheert te worden, alle
zulke behoorlijke copien, voor zo ver iders lot betreft, als ingevolge, en
ordonnantie van't Klijn Zegel word gerequireert, waar toe wij hem niet alleen,
maar ook tot het uitleveren van copien aan die geene die in vervolg van tijd
daar toe zoude gerechtigt zijn, of kunnen worden, authoriseeren bij deezen; En
verclaaren wij condividenten, dat onder de voors. goederen geen leenen zijn
releveerende aan het Leenhoff in s'Bosch.
Tot preciese
naarkominge van allen 't geene voors: zoo verbinden wij ondergeteekende
condividenten onze perzonen ende goederen preesent ende toekomende geene
uitgezondert dezelve stellende ten bedwange en subjectie als na regten;
T'oirconde hebben wij deze onze deiling alzo gesloten binnen
Tilborg, ter presentie en bijweezen van Pieter Gerard Molengraaff en Hendricus
Jasparus Peesch beide wonende alhier als getuijens hier toe verzogt, die deeze
met, en benevens ons condividenten behoorlijk hebben onderteekend, op heden den
zeven en twintigsten december 1700 zeven en negentigh.