Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1788-14-8122-123v

Alzoo er questien en geschillen stonden te gereijsen tusschen Justinus Jan Willemse en Jan Govert Jansen, over het regt van weegen door een ackerweg na eene weide, toebehoorende aan den voorn: Justinus Jan Willemse, welken ackerwegt eerstelijk is loopende over de erve van Wouter Jan Donders, vervolgens over die van Jan Baptist Peeters, en daar na over die van gemelde Jan Govert Jansen, alle geleegen alhier onder Tilborg, ter plaatse de Stokhasselt, aldaar aan de Postelstraat,
Tot wegneeminge en afsnijdinge van welke oneenigheeden en daar uit te spruijtene proceduurens, regtkosten
Zoo compareerde voor scheepenen deezer heerlijkheid Tilborg en Goirle ondergenoemd Justinus Jan Willemse, ter eenre, en Jan Govert Jansen, ter andere zijde, welke comparante, zoo ter eenre als andere zijde, verclaarde met den anderen in der minne te zijn geconvenieert en overeengekomen, in maniere hier naar volgende, te weten dat hij comparant ter eenre, zoo voor hem, zijne ooren ende erve nu en althoos is afziende van den voors: weg in questie, mits dat den comparant ter andere zeide, geheel op deszelfs erve van s'heeren straate genaemd de Baan op Loon, langst de erve van den comparant ter eenre, van stonden af aan, zal maaken eenen bequaamen wegt, ter breette van een ordinair hoog karspoor, die eindigen zal aan de weide van den comparant, ter eenre, t geen hij comparant, ter andere zijde in voege voormeld accepteert bij deeze, en zal dien wegt alzoo door haar comparanten gezamentlijk worden gebruijkt, mits nogtans dat den zelven geheel in eigendom zal zijn en blijven aan den comparant ter andere zijde
Waar meede alle questien en geschillen ter zaake voors: tusschen hun comparanten gereesen volkomen zullen zijn en blijven geextingeert
Geloovende zij gezaamentlijke comparanten, allen 't geene voors., zoo voor hun, hunne oiren, erven en nakomelingen, nu en ten eeuwigen dagen te zullen houden en doen houden, voor goedt, vast, bondig en van waarden zonder daar teegen iets te doen, of gedogen gedaan te worden in regten of daer buijten, nog op eeniger hande manieren
Renuntieerende ten dien einde meede van alle exceptien, relivementen, beneficien of verweeren welke den een of anderen hier jegens zoude konnen of mogen te staade komen, en wel inzonderheid dat generaal zonder voorgaande speciaale renuntieatie van geender waarde zouden weezen, alles onder verband van hunne respective perzoonen en goederen present en toekomende
Aldus gedaan en gepasseert, voor en ten overstaan van etc., die etc., Actum den agtienden october 1700 agtentagtigh.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832