Kont en kennelijk zij eenen iegelijken, dat voor Heeren
Scheepenen der Heerlijkheidt Tilborg en Goirle ondergenoemt, zijn gekoomen ende
gecompareert Christiaan Adriaan Leijten, Jan Adriaan Leijten, Maria Anna Adriaan
Leijten, en Peeter Nicolaas Brenders, als in huwelijk hebbende Cornelia Adriaan
Leijten, dewelke te zaamen hebben gedaan ende gemaakt, deeze naavolgende
erfscheidinge en deijlinge der goederen hun condividenten aangekoomen van hunne
ouders en vrouwen ouders Adriaan Jan Leijten en Allegonda Christiaan Hensen,
zaaliger respective
Overmits
dewelke, zoo is Christiaan Adriaan Leijten bij lootinge ten deele bevallen, en
zal alzoo voor zijne portie, hebben, behouden en erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk, een halff huijs, met schuur, stal en
aangeleegen erve zoo land als weide, groot twee loopensaaten, ofte daar omtrent,
gestaan en geleegen alhier onder Tilborg, ter plaatse de Hoeven, aldaar oost de
straat, zuijd de weduwe Peeter Zegers, west Cornelis van Asten en noord de
kinderen Baltus de Rooij,
los en vrij,
Item, een parceel
zoo land als weide, groot vier loopensaaten, ofte daar omtrent, geleegen als
voor, ter plaatse de Hoeven, aldaar oost Jacobus Hoekken, zuijd de weduwe
Ludovicus Dams, west de straat, en noordt de weduwe Jan Baptist Meelis,
los en vrij,
En laastelijk, een parceeltje beemden, groot twee
loopensaaten, ofte daar omtrent, geleegen als voor, ter plaatse genaamd Jacobs
Hoek, aldaar oost de kinderen Adriaan Peeters, zuijd de Landscheiding, west
Norbart Jan Leijten, en noord de Leij;
Belast met twee
stuijvers twee penningen chijns jaarlijx, aan den Edelen Heer alhier, voorts los en vrij,
Overmits dewelke, zoo
is Jan Adriaen Leijten bij lootinge ten deele bevallen, en zal alzoo voor zijne
portie, hebben, behouden, en erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk, een huijs, met aangeleegen erven zoo ackerland
als weide, groot te zaamen een en drie vierde loopensaaten, ofte daar omtrent,
gestaan en geleegen alhier onder Tilborg, ter plaatse de Reijt, aldaar oost
Nicolaas Vermeer, zuijd de weduwe Cornelis van Gorp, west Michiel van Spaandonk
en noordt de straat, los en vrij,
Item een parceel weide,
groot een en drie vierde loopensaaten, ofte daar omtrent, geleegen als voor ter
plaatse voors:, aldaar oost den Edelen Heer alhier, zuijd de staart, west
Cornelis Nouwens en noord den H: Geest Armen alhier, los en vrij,
En laastelijk, twee derde parten gemeen en onbedeeld, in een
parceel uitgesteeken putten, groot in't geheel twee loopensaaten, ofte daar
omtrent, geleegen als voor, ter plaatse aldaar genaamd de Oude Nieuwe Velden,
oost Johannes Zeegers, zuijd den Langendijk, west de weduwe Francis Reijnen, en
noord de
gemeente, los en vrij,
Overmits dewelke, zoo is Maria Anna Adriaan
Leijten, bij lootinge ten deele bevallen, en zal alzoo voor haare portie,
hebben, behouden, en erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk, een parceel ackerland, groot drie loopensaaten,
ofte daar omtrent, geleegen alhier onder Tilborg, ter plaatse de Stokhasselt,
aldaar oost Peeter Nicolaas Brenders, zuijd Marinus Leijten, west Francis van de
Knikker en noord de weduwe Huijbert van Dal, los en vrij,
Zullende den
verkrijger van dit lot, met dit parceel mogen weegen, over de erve van den
volgenden condivident in het laaste lot te deel bevallen, en zulx ter naaster
velde en minste schade,
Item, een parceel ackerland,
groot een en drie vierde loopensaaten, ofte daar omtrent, geleegen als voor, ter
plaatse in de Scheijff, aldaar oost en noordt den Hooggebooren Heer alhier, zuid
Jacobus Hoeken, west de heer Willem
Leenaers, los en vrij,
En laastelijk, een parceel ackerland, groot twee en een
halff loopensaaten, ofte daar omtrent, geleegen als voor, ter plaatse in de
Scheijff, aldaar oost de straat, zuid Anna Cornelia Piggen, west Francis van
Ierssel en noordt de heer Willem Leenaars, los en vrij,
Overmits dewelke, zoo is Peeter
Nicolaas Brenders, als in huwelijk hebbende Cornelia Adriaen Leijten, bij
lootinge ten deele bevallen, en zal alzoo voor zijne portie, hebben, behouden,
en erffelijk blijven possideeren,
Eerstelijk, een huijs,
stal, agterhuijs, met aangeleegen erve zoo ackerland als weide, groot zamen elff
loopensaaten, ofte daar omtrent, staande en geleegen alhier onder Tilborg, ter
plaatse de Stokhasselt, aldaar oost de straat, zuid de kinderen Francis Brocken,
west Maria Anna Adriaan Leijten, en noordt Adriaan Hensen,
Belast met agt vaaten rog jaarlijx in eenen meerderen pagt,
aan den rentmeester Abraham Verster te s'Bosch; voorts los en vrij;
Zullende
den verkrijger van dit lot, moeten gedoogen, dat den condivident van 't derde
loth, over dit parceel zal mogen weegen, ter naaster velden en minsten schaade,
Item, de helft in een parceel bosch gemeen en
onbedeelt, met Norbart Jan Leijten, groot vijf loopensaaten, ofte daar omtrent,
geleegen onder Goirle, ter plaatse genaamt het Cooningsvoort, aldaar oost
de Baan, zuid ..., west Wilhelmus van Liemdt en noordt de kinderen van Hendrik
van Ierssel,
los en vrij,
Item, en laastelijk de helft
in een parceel heijbodem, gemeen en onbedeelt, met voorn. Leijten, groot twee
loopensaaten, ofte daar omtrent, geleegen onder Goirle, ter plaatse aldaar
genaamt de Winkelhoeken, oost ..., zuijd Jan Bekkers, west ..., en noord de
kinderen Hendrik van de Knikker, los en vrij,
Voorts is tusschen partheijen condividenten, wel
expresselijk geconditioneert en ondersprooken, dat ider van hun zijn aanbedeelde
zal aanvaarden van stonden aff aan, met de lasten, pagten en chijnsen van den jaare 1789.
En wijders, dat jder op zijn aangekaveldt
deel en loth, zal moeten gedoogen en onderhouden, alle weegen etc., ende hebben
etc., geloovende etc., en allen verhoolen commer etc., pro ut in forma,
De condividenten verclaaren, dat de voors: goederen geen
leen subject zijn, aan den Edelen Raade en Leenhove van Brabandt in s'Hage
Aldus gedaan ende gepasseert, voor en ten overtsaan van
etc., die etc., Actum den elfden
october 1700 agtentagtig.