Alsoo Norbart Cornelis van
Amelsvoort in huwelijcken staat versaamt ende gealieert is geweest met
Maria Martinus Brocken bij dewelke hij egtelijck geprocreert heeft vier kinderen
met name Cornelis out twee en twintig, Petronella out twintig,
Adriaan out negentien, Theresia out tien jaaren ofte etc. 't is nu sulx dat den
selven hem wederom in anderen huwelijck begeven wil met Marianna
Jacobus van Beurden, derhalve soude hij na costume locaal verpligt weesen
met zijne kinderen af te deelen maar gemerckt zijne meubelaire goederen
maar omtrent waardig zijn bevonden eene somme van dertig guldens en de
erffgoederen zijn bestaande in een huijs en hof groot een en een quartier
L ofte etc. gestaan en gelegen alhier onder Tilburg ter plaatse den
Hasselt, waar tegens aan lastige schulden, eerstelijck ene schepene
gelofte groot in capitaal hondert gulden ten behoeve van de kinderen
Adriaan de Rooij, en aan loopende schulden een somme van twee hondert twee
en twintigh guldens, waar uijt komt te blijcken dat de afdeeling hier geen
plaats kan grijpen om het welck voor te komen soo sijn op heeden dato
deses voor etc., gekoomen ende gecompareert den voorn. Norbart Cornelis
van Amelsvoort en Marianna Jacobus van Beurden, bruijdegom en bruijt ter
eenre, Seger Martinus Brocken als momboir, en Cornelis Momboirs als
toesiender over de voorn. minderjarige kinderen ter andere seijde,
dewelke verclaarden met den anderen aangegaan ende
gemaakt te hebben eenen minnelijck ende vrindelijck accoort, contract ende
transactie in maniere als volgt: te weten, dat zij eerste van de twee de
comparanten hebben aangenomen de voors. kinderen op te brengen en te
alimenteren in cost ende dranck tot dat de selve sullen gekomen wesen tot
mondige dagen huwelijck etc waar voor sij eerste comparanten sullen hebben
en in vollen vrijen eijgendom behouden, het voorschreve huijsje en hof
mitsgaders de meubilaire goederen met betaeling van de voorn schepene
gelofte van hondert guldens aan de kinderen Adriaan de Rooij als mede de
lastige loopende schuld der boedels geene uijtgesondert.
Verders is geconditioneert dat naar doode van haar beijde
eerste comparanten alle henne als dan naar te latene goederen
egalijck sullen gepart ende gedeelt worden soo wel bij de voors voor als
de in desen huwelijck te verweckene naarkinderen in capitatum
eerst voor het welck uijtgenomen dat de voorn. voorkinderen sullen
voor uijt hebben de goederen van haar moeders seijde van te
versterven gelijk meede de nakinderen sullen vooruijt hebben de goederen
welke naar haar moeders kant sullen komen aan te versterven.
Dog ingeval in deesen
huwelijk geen kinderen verweckt worden sal naar doode of de
langstlevende van haar beijde eerste comparanten, de vrinden van de
bruijt in deesen uijt den boedel trecken een kintsgedeelte, sonder meer.
Alle
welke ... etc. renuncieerende etc. verbindende etc. pro ut in
forma actum den achtienden october seventien hondert vijf en
sestig.