Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1765-14-8109-166v

Alsoo Norbart Cornelis van Amelsvoort in huwelijcken staat versaamt ende gealieert is geweest met Maria Martinus Brocken bij dewelke hij egtelijck geprocreert heeft vier kinderen met name Cornelis out twee en twintig, Petronella out twintig, Adriaan out negentien, Theresia out tien jaaren ofte etc. 't is nu sulx dat den selven hem wederom in anderen huwelijck begeven wil met Marianna Jacobus van Beurden, derhalve soude hij na costume locaal verpligt weesen met zijne kinderen af te deelen maar gemerckt zijne meubelaire goederen maar omtrent waardig zijn bevonden eene somme van dertig guldens en de erffgoederen zijn bestaande in een huijs en hof groot een en een quartier L ofte etc. gestaan en gelegen alhier onder Tilburg ter plaatse den Hasselt, waar tegens aan lastige schulden, eerstelijck ene schepene gelofte groot in capitaal hondert gulden ten behoeve van de kinderen Adriaan de Rooij, en aan loopende schulden een somme van twee hondert twee en twintigh guldens, waar uijt komt te blijcken dat de afdeeling hier geen plaats kan grijpen om het welck voor te komen soo sijn op heeden dato deses voor etc., gekoomen ende gecompareert den voorn. Norbart Cornelis van Amelsvoort en Marianna Jacobus van Beurden, bruijdegom en bruijt ter eenre, Seger Martinus Brocken als momboir, en Cornelis Momboirs als toesiender over de voorn. minderjarige kinderen ter andere seijde,
dewelke verclaarden met den anderen aangegaan ende gemaakt te hebben eenen minnelijck ende vrindelijck accoort, contract ende transactie in maniere als volgt: te weten, dat zij eerste van de twee de comparanten hebben aangenomen de voors. kinderen op te brengen en te alimenteren in cost ende dranck tot dat de selve sullen gekomen wesen tot mondige dagen huwelijck etc waar voor sij eerste comparanten sullen hebben en in vollen vrijen eijgendom behouden, het voorschreve huijsje en hof mitsgaders de meubilaire goederen met betaeling van de voorn schepene gelofte van hondert guldens aan de kinderen Adriaan de Rooij als mede de lastige loopende schuld der boedels geene uijtgesondert.
Verders is geconditioneert dat naar doode van haar beijde eerste comparanten alle henne als dan naar te latene goederen egalijck sullen gepart ende gedeelt worden soo wel bij de voors voor als de in desen huwelijck te verweckene naarkinderen in capitatum eerst voor het welck uijtgenomen dat de voorn. voorkinderen sullen voor uijt hebben de goederen van haar moeders seijde van te versterven gelijk meede de nakinderen sullen vooruijt hebben de goederen welke naar haar moeders kant sullen komen aan te versterven.

Dog ingeval in deesen huwelijk geen kinderen verweckt worden sal naar doode of de langstlevende van haar beijde eerste comparanten, de vrinden van de bruijt in deesen uijt den boedel trecken een kintsgedeelte, sonder meer.

Alle welke ... etc. renuncieerende etc. verbindende etc. pro ut in forma actum den achtienden october seventien hondert vijf en sestig.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832