Menu

Akten Notarieel Archief Tilburg

Akte R-1763-115-91-143

Schiftingh, scheijdingh, ende deijlinge tussen Hendricus, Waltherus, en Maria Adriana Mutzaerts, mitsgaders Jan Baptist Francken weduwenaar en testamentaire erffgenaam wijlen Anna Maria Mutzaerts, die mede heeft beleeft den sterfdag van wijlen de heer Waltherus Mutzaerts in leven medicine docter alhier en juffrou Anna Joseph Ghenne henne respective ouders zaligers, en zulcx over den boedel en nalatenschap van wijlen de selve henne ouders,

Overmits de welke soo is Hendricus Mutzaerts bij onderhandsche lotinge ten deele bevalle, ende sal alsoo voor zijne portie hebbe behoude, ende erffelijk blijve possidere Eerstelijk eene boere huijsinge met schuur, stal, schop, hoff, en aangelegen acker en weijlant groot te samen agt lopensaten offte daar ontrent, gestaan, en gelegen binnen deese Heerlijkhijdt Tilborg ter plaatse aan de Reijt, aldaar oost Jan Vermeer, zuijt het volgende parceel, west Adriaan de Roij, en noort Mattijs Bacx,
Item een parceel ackerlant groot twaalf lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor, aldaar oost juffr Maria van Dal, zuijt de erfgenamen van Adriaan Smulders, west den gemijnen mistwegt, en noort het vorige parceel,
Item een parceel ackerlant groot vier en drie quartier lopensaten offte daar ontrent gelegen als voor, aldaar oost Jan Anthonij Segers, zuijt de kinderen Aert Reijnen, west de kinderen J: de Jong en noort den mestwegt,
Item een parceel weijlant groot drie lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor ter plaatse den Berkdijk aldaar oost het onmondig kint Willem Mutsaers, zuijt Nicolaas Delchambre, west de gemijne straat, en noort Jacobus Hoecken,
Item een parceel beemde groot vier lopensaten, ofte daar ontrent gelegen als voor aan de Driehuijsen, aldaar oost Arnoldus Piggen, zuijt de Leij, west Peter Wouter van Beurden, en noort Christiaan Swagemakers,
Item een parceel ackerlant groot vijff lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor aan de Velthoven, aldaar oost den gemeijnen wegt, zuijt den tweede condivident west den H: Geest Armen alhier, en noort Jan Verassen,
Item een parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor ter plaatse genaamt den Quaden Hoek aldaar oost Jan van den Berg, zuijt en west de heer Johan Adriaan van Meurs, en noort Jacobus Lombaers,
Item een parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor ter plaatse genaamt de Logt, aldaar oost Mighiel Pijnenborg, zuijt de weduwe Nicolaas Kuijstens, west de Baan, en noort Francis Heerders,
Item een parceel schaarbosch groot tien lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor ter plaatse op de Rouwbraken aldaar oost Jan Adriaan Baasten, zuijt den vierden condivident in deese, west de Baan, en noort Jacobus Lombaers,
Item een parceel schaarbosch groot drie lopensaten ofte daar ontrent gelegen onder den Udenhout, aldaar oost Aart Wolfs, zuijt den Prince van Sulsbag, west de weduwe Adriaan van Oerle, en noort de gemijne wegt,
Item een parceel schaarbosch groot twee lopensaten ofte daar ontrent gelegen onder Goirle, aldaar oost den gemeijne wegt, zuijt Jan Segers, west Adriaan Pessers, en noort ...,
Belast met vier stuijvers twaalf penningen chijns jaars aan den Ed: Heer alhier, Item met eenen gulde tien stuijvers s'jaars aan den H: Geest Armen alhier, voorts alle los ende vrij uijtgenomen wegen, stegen, schouwen waterlaten ende alle andre nabuerlijke regten te onderhouden als van outs,
En sal dit loth in vergelijk van caveling uijt den gemenen boedel proffiteren en geniten eene somme van drie hondert guldens, in contante gelde,

Overmits de welke soo is Waltherus Mutzaerts bij onderhantsche lotinge ten deele bevalle, ende sal alsoo voor zijne portie hebbe, behoude, ende erffelijk blijve possideren Eerstelijk eene huijsinge met agterhuijs, stallinge, schuur, hoff, boomgaardt, en aangelege acker en weijlant groot te samen tien lopensaten ofte daar ontrent gestaan, en gelege binnen deese heerlijkhijdt Tilborg ter plaatse aan de Velthove, aldaar oost Mighiel Peijnenborg, zuijt de straat, west Jan Dondes, en noort de kerk wegt,
Item ... parceelen lant aan elkanderen groot te samen twintig lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor aldaar oost den heere deses heerlijkhijdt cum suis, zuijt de kerk pat, west Adriaan van Reut, en noort den heere deser heerlijkhijdt,
Item een parceeltie ackerlant groot een en een half lopensaat ofte daar ontrent gelegen als voor, aldaar oost de kerk wegt, zuijt Barent Mutsaers, west de straat, en noort Adriaan de Reut,
Item een parceeltie ackerlant groot een en een half lopensaat ofte daar ontrent gelegen als voor aldaar oost en zuijt Adriaan Bruers, west het volgende parceel, en noort Laurens Smarien,
Item een parceel acker en weijlant genaamt de Bogt groot ses lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor, aldaar oost het vorige parceel, zuijt en west Mighiel Pijnenborg, en noort de erfgenamen van Pitronella Colen,
Item een parceel weijde groot twee lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor aldaar oost den eerste condivident in deese zuijt Adriaan Bruers, west de straat, en noort den vierden condivident in deese,
Item een parceel weij en bosch groot te same vier lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor op't Konincxvoort, aldaar oost Jacobus Hoecken, zuijt de waterlaat, west de heer Johan Adriaan van Meurs en de Baan, en noort Johannes van Boven,
Item een parceeltie ackerlant groot een en een halff loopensaat ofte daar ontrent, gelegen als voor aan den Hogendries, aldaar oost Gerart van Hooff, zuijt en west den H: Geest Armen alhier, en noort Peter Hoevenaers,
Item een parceel moer en uijtgesteke putten groot vier lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor in de Koeweijden, aldaar oost en noort de Leij, zuijt Adriaan de Roij, en west de Lantscheijding,
Item een parceel uijtgestoke bleckeling velt groot vier lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor aan de Koeweijden, aldaar oost ... west den H: Geest Armen alhier, zuijt de Leij en noort de gemeente,
Item een parceel uijtgestoke moerputten groot twee lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor in de Oude Nieuw Velden aldaar oost de gemeente, zuijt Adriaan Maas, west de Langendijk, en noort Jan Scheerders,
Item een parceel moer en uijtgesteke putten groot twee lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor aan den Oude Draijboom, aldaar oost de Leij, zuijt Peter de Roij, west ... en noort Peter vande Megdenberg,
Item een parceel uijtgestoke putten groot vier lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor in de Corte Dalems aldaar oost het Sant Dijksken, zuijt de erfgenamen Jan Pessers, west ... en noort Jan de Beer,
En is de voorn: huijsinge en erve belast met een en een halve stuijver chijns s'jaars te betalen tot Oosterwijk op St. Stevens dag aan den heer van der Velde,
Item met ses stuijvers s'jaars aan den H: Geest Armen alhier, voorts alle los ende vrij uijtgenomen wegen stegen, schouwen waterlaten ende alle andre nabuerlijke regten te onderhouden als van outs,
En sal dit lot in vergelijk van caveling uijt den gemenen boedel proffiteren en geniten de somme van 300 gulden in contante gelde daar en tegen sal hij aan den vierde condivident in deese uijtkeren en voldoen de somme van ses hondert gulden en aan de derde condividente de somme van een hondert guldens, en zulks mede in vergelijk van caveling aan welcke beijde uijtkeringe bij't passeere deses is voldaan,

Overmits de welke soo is Maria Adriana Mutzaerts bij onderhantsche lotinge ten deele bevalle, ende sal alsoo voor hare portie hebbe, behoude, ende erffelijk blijve possidere
Eerstelijk de helffte gemeen en onbedeelt in een stuk hoijlant waar van de wederhelffte competeert aan Juffr. Sofia Molegraaff en de heer Laurentius Verster groot int geheel negen geerden, gelegen onder Capelle in Zuijt Hollant, aldaar oost het dorp van Capelle voors: west de Diaconij van Schravemoer, voorts streckende van Capelle aff noortwaarts op tot den wal van den scheijsloot toe,
Item een parceel ackerlant groot vijff lopensaten ofte daar ontrent, gelegen binnen deese heerlijkhijdt Tilborg ter plaatse aan de Velthove, aldaar oost Adriaan Bruers, zuijt de straat, west Jan Baptist Verassen, en noort Johanna Denijs Smulders,
Item een parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor ter plaatse Corvel aldaar oost Jan van Boven, zuijt Hendrik van Iersel, west Tieleman van Oerle, en noort de kinderen van Bastiaan Verhoeven,
Item een parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor aan de Stokhasselt, aldaar oost en west Daniel Cornelis Mutsaers, zuijt de kinderen Norbart Mutsaers, en noort den derde condivident,
Item een parceel lant en weijde groot seven lopensaat ofte daar ontrent, gelegen als voor, aldaar oost de kinderen Norbart Mutsaers, zuijt de weduwe Laurijs Hensen, west Peter Mattijs Philipse, en noort Jan van Laerhoven,
Item een parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor, aldaar oost Jan Govert Jansen, zuijt en noort Jacobus van Iersel, en west de kinderen Peter Lemans,
Item een parceel ackerlant groot drie lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor, aldaar oost den tweede condivident in deese, zuijt Daniel Mutzaerts west de kinderen van Norbart Mutsaers, en noort Jenneke Mighiel Leijten,
Item een parceeltie lant groot een lopensaat ofte daar ontrent, gelegen als voor, aldaar oost Mighiel van Spaandoncq, zuijt ..., west Cornelis Colen, en noort Cristiaan Swagemakers,
Item een parceel ackerlant groot vijff lopensaten ofte daar ontrent, gelegen als voor, aldaar oost Peter van der Loo, zuijt Thomas van Erven, west Francis Colen, en noort de straat,
Item eene schepene gelofte groot in capitael drie hondert guldens, staande ten intresse tot drie per cento gelooft bij Cornelis Hendrik Pullens aan wijle der condividenten vader zaliger, volgens schepene brieve daar van zijnde in dato agtiende meij seventien hondert twee en sestigh.
En zijn de voors: goederen belast met twee stuijvers vier penningen schijns s'jaars aan de conventualen van Tongerlo, voorts alle los en vrij uijtgenomen wegen stegen schouwen, waterlaten, ende alle andre nabuerlijke regten te onderhouden als van outs,
En sal dit loth in vergelijk van cavelinge geniten en proffiteren van den tweeden condivident in deese eene somme van een hondert guldens, die bij 't verleijde deeser zijn voldaan,

Overmits de welke soo is Jan Baptist Franke als weduwenaar en testamentaire erffgenaam wijlen Anna Maria Mutzaerts bij onderhantsche lotinge ten deele bevalle, ende sal alzoo voor zijne portie hebbe behoude en erffelijk blijve possideere Eerstelijk eene boere huijsinge schuur, schop, en aangelege erve groot te same circa vier a vijff en twintig lopensaten, gestaan en gelege binne deese Heerlijkhijdt Tilborg ter plaatse aande Postelstraat, aldaar oost de gemene straat, zuijt Jan Jacobs, west Jacob: Hoeken en Mattijs Backhuijsen, en noort de gemene heijde,
Item een parceel ackerlant groot ses en een halff lopens: ofte daar ontrent, gelegen als voor, aldaar oost de gemene straat, zuijt en noort Nicolaas Borgers, en west een straatje,
Item een parceeltie lant genaamt den Molenacker groot een en drie quartier lopensaat ofte daar ontrent, gelegen als voor t'eijnde de Stockhasselt, aldaar oost en zuijt de straat, west Adriaan de Wit, en noort Cornelis Jan Colen,
Item een parceeltie ackerlant groot een en drie quartier lopensaat ofte daar ontrent, gelegen als voor, aldaar aan de Postelstraat, oost Jacobus de Beer, zuijt de waterlaat, west Nicolaas Borgers, en noort Jan Beens,
Item een parceeltie weijlant groot circa een lopensaat gelegen als voor aldaar oost de gemene straat, zuijt Adriaan van Gorp, west Jacobus Hoeken, en noort Nicolaas Borgers,
Item een parceel acker en weijlant groot drie en een halff lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor aen de Hasselt, aldaar oost Gerart Swagemakers, zuijt de gemene straat, west en noort Peter Reijnen,
Item een parceeltie weijde groot een lopensaat ofte daar ontrent gelegen als voor aan de Velthove aldaar oost den eerste condivident, zuijt den tweede condivident, west Barent Mutsaers, en noort Mighiel Pijnenborg,
Item een parceel soo bosch als weijde groot samen tien lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor op de Raubraken, aldaar oost Jan Adriaan Baasten, zuijt Jan van den Berg, west de gemene straat, en noort den eersten condivident,
Item een parceel weijde groot vier lopensaten ofte daar ontrent gelegen als voor int Goerkens straatje aldaar oost de straat, zuijt den Heere deser Heerlijkhijdt, west Jacobus de Beer en noort de kinderen Peter Hensen,
Alle de voors: goederen zijn los ende vrij uijtgenomen wegen, stegen, schouwen, waterlaten, ende alle andre nabuerlijke regten te onderhouden als van outs,
Ende sal dit lot in vergelijk van caveling uijt de gemene boedel proffiteere en genite de somme van drie hondert guldens, als mede van den tweede condivident eene somme van ses hondert guldens die bij 't verleijde deeser sijn voldaan, en daar en boven sal hij condivident al nog proffiteren alle sodanige nog ten agterstaande huure en pagte als Gerart de Cocq aan wijle der condividenten vader zaliger wegens huure en pagte van de steede aan de Postelstraat nog verschuldigt is, dat sal staan te inne ten laste van den condivident, blijvende met te min de huure en pagte over dit lopende jaar 1763 gereserveert, als hier naar sal worde gezegt,

Aldus bij ons ondergetekende Hendricus, Waltherus, en Maria Adriana Mutzaers, mitsgaders Jan Baptist Franke geschift, gescheijden, en gedeijlt de successie en nalatenschap van wijlen onse ouders zaligers voorgenoemt, en zulcx in voegen en manieren als voors: staat, verclarende mits dien hier mede genoegen te nemen, en alle de voors: goederen te houden voor gedeijlt, sonder iets verders uijt dien hooffde int gemijn te houden dan alleen uijtgesondert de goederen die gelegen zijn buijten het territoir van deesen staat herkomstig van wijlen des condividenten moeder zaliger, die welke blijven onverdeelt over zulcx beloven wij condividenten malkanderen om geen andere deijling moeijlijk te valle, nog te gedogen dat zulcx gedaan sal worden in regten off daar buijten, nog in eeniger manieren,
En is tussen ons condividenten veraccordeert dat een jder zijn aanbedeelde sal aanvaarden te weten de huijsingen met halff april des toekomende jaars 1764, de ackerlanden met deesen oigst 1763 en de weijde Ste Marten eerstkomende, uijtgenome de huijsinge landen en weije die bij wijle der condividenten vader zaliger bij zijn overleijde in eijge gebruijk waren die sullen van nu aff aan kome en moge aanvaart worden, en dat alle met de lasten van den jare 1764.
Blijvende alle lasten voor en nadelige schulden, huuren, en pagten, met en over dese jare 1763 voor gemeen voor en nadeel tussen ons condividenten te verdelen.
Wijders is geconditioneert dat allen verholen commer, calangie ofte aantaal die men namaals mogte bevinde dat d'een of d'anders aanbedeelde subject waar, des men nu niet weet, dat wij die elkanderen sullen helpen affdoen sonder arg ofte list, ook verclaren wij dat hier onder deese verdijlde goederen gene zijn, die leenroerig benne aan den Leenhove van Brabandt in s'Hage voor soo veel ons bekent is,
Tot presiese naarkominge van allent gene voors: verclaren wij condividenten te verbinden onse perzoonen ende goederen present en toekomende gene uijtgesondert, de selve stellende ten bedwangen als na regten, wij verclaren ons te onderwerpen aan de willige condemnatie van den Ed: Mog: Rade en Leenhove van Brabant in s'Gravenhage, te vrede zijnde ons in den inhoude deeser vrijwillig te doen, en late condemneren, daar toe onwederroepelijk constituerende de aldaar postulerende procureurs die copie deeser sal worde overhandigt soo om de condemnatie te versoeken als omme daar inne te consenteren, respective,
En op dat wij, onse naarkomelingen, ooren, ende erve, namaals zelver zijn van dit ons instrument van deijlinge soo willen en begeren wij dat de selve sal berusten ten comptoire van den notaris Cornelis Bles residerende alhier in Tilborg, met versoek en authorisatie op den selve notaris om bij hem daar uijt gemaakt en gedepescheert te worde alle sulke copijen als gevolge de ordonnantie van't zegel wert gerequireert waar toe wij hem authoriseren bij deesen,
In oirkonde der waarhijd hebben wij condividenten deese eijgenhandig onderteijkent, ter presentie ende bijweese van de mede onderteijkende den procureur Marcellus Mastenbroek en Gerart van de Pas die wij als getuijgens daar toe hebben versogt heden in Tilborg deesen tweeden september seventien hondert drie en sestig.


Zoeken in website: De Hasselt voor 1832