Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1748-14-8102-162r

Compareerde voor etc. de heer Norbartus Adriaan de Roij coopman, woonende tot Eijndhoven, juffr. Johanna Catharina de Roij weduwe wijlen de heer Hendrik Mutsaers cum tutore, woonende alhier, Jan, en Bartholomeus soonen wijlen Denijs Heestermans verweckt bij wijlen Lucia Adriaan de Roij woonende alhier, en haar nog fort en sterk makende, en dit rato caveerende voor Christiaan Denijs Heestermans haren absenten broeder, Eduward de Roij woonende tot Helmont, en Adriaan de Roij woonende tot Boekel, soonen wijlen Francis Adriaan de Roij, verweckt bij wijlen Johanna Isendoorn, en sij gesamentlijcke comparanten haar nog fort en sterk makende en de rato caveerende voor den uijtlandigen Jan Adriaan de Roij, en also te samen ter eenre, ende juffr. Maria Piternella Schuermans weduwe wijlen de heer Adriaan Jan Coolen, geassisteert met sr. Piter Gerart Hensen als haren gekozen voogt en assistent in deesen ter andere zijde, ende verclaarden sij eerste comparanten ontfangen te hebben, uijt handen vande tweede comparante sodanige somme van vier duijsent guldens, als naar eerste comparanten bij testamentaire dispositie van wijlen voorn. heer Adriaan Jan Coolen, en juffr. Piternella Jan Daniels, te voorens weduwe wijlen de heer Adriaan de Roij, den comparanten vader en moeder, en grootvader en grootmoeder respective, volgens den testamente daar van zijnde gepasseert voor den notaris Andries van der Burght en seeckere getuijgen alhier inne dato 3 december 1721, ende sulcx inne voldoeninge van de selve somme van vier duijsent guldens.
Item nog eene somme van twee duijsent twee hondert guldens, waar voor sij eerste, aan haar tweede comparanten sullen cedeeren, transporteeren, opdragen en overgeven, d'eene helfte der geconquesteerde erfgoederen staanden huwelijck van wijlen voorn. heer Adriaan Jan Coolen, en juffr. Pitronella Jan Daniels aangekogt, haar comparanten meede competeerende ingevolge den voors. testamente, waar meede de eerste comparanten dan ook op haar nemen, en de tweede comparante sijn dechargeerende van sodanige administratie gehad hij meergem: heer Adriaan Jan Coolen, als last en procuratie gehad hebbende van voorn: uijtlandigen Jan Adriaan de Roij, volgens de procuratie daar van sijnde gepasseert voor heeren schepenen alhier inne dato 14 december 1701 schoon den voorn. Jan Adriaan de Roij weder te lande mogte komen, in welcken gevalle sij eerste comparanten het selve ten haren lasten sijn nemende, en niet te lande komende bij haar als apparente erffgenamen van den selven nu of namaals deswegens eenige pretensien sullen behouden of reserveeren, t zij tot doen van reekening of bewijs, als andersints daar van bij deesen wel expresselijck renuntieerende, gelijck ook sij tweede comparante ten behoeven van haar eerste comparanten uijt hoofde voors: voor nu en altoos is renuntieerende van sodanige pretensien die sij deswegens ten lasten van haar eerste comparanten soude konnen hebben of pretendeeren, ter saake dat haren overleden man de heer Adriaan Jan Coolen in die qualiteijt meer soude konnen uijtgegeven hebben, als ontfangen en waar toe sij eerste comparanten als apparante erffgenamen souden verpligt wesen, daar van mede wel expresselijck renuntieerende bij deesen.
Item verclaren sij kinderen van wijlen Dionijs Heestermans mede van de eerste comparanten in deeser te approbeeren, dat door wijlen de heer Adriaan Jan Coolen, is aangetelt aan wijlen Francis Adriaan de Roij haren geweesen voogt, sodanige somme van vijf hondert agt en dartig guldens, als aan contante penningen in haar ouders boedel waaren bevonden, door wijlen voorn: heer Adriaan Jan Coolen onder sig genomen en door wijlen Sr. Francis Adriaan de Roij haren geweesen voogt voor den eerste post in ontfanck is gebragt, volgens reekening daar van gepasseert voor heeren schepenen alhier inne dato den 9e februarij 1732 sonder nu of namaals eenige exceptie des wegens als qualijck uijtgegeven te konnen maken, daar van de tweede comparante dechargeerende bij ende mitsdesen.
Wijders verclaren sij gesamentlijcke wedersijtse eerste en tweede comparanten, geen actien of pretensien d'een tot des anders lasten meer te behouden of reserveeren, 't sij uijt hoofde van al de voor geallegueerde poincten of eenige andere bedagt of onbedagt zijnde hier mede met den anderen volkomen geconvenieert en vergenoegt, ten dien eijnde daar van voor nu en namaals bij deesen wedersijts wel expresselijck renuntieerende,
Tot preciese naarkominge vant geene voors: verbinden parthijen comparanten wedersijts henne respectieve persoonen ende goederen hebbende ende verkrijgende geen uijtgesondert, stellende deselve ten bedwange van alle hoven, regten, ende regteren en specialijck sig onderwerpende aan de willige condemnatie van den Ed: Mog: Rade en Souvereijnen Leenhove van Brabant en Lande van Overmaze, daartoe onwederroepelijck constitueerende de twee eerste procureurs postuleerende voor welgemelde Rade en Leenhove van Brabant en Lande van Overmaze, den eenen om de condemnatie te versoeken, en den anderen om daar inne te consenteeren onder verbant als voor,
Aldus gedaan ende gepasseert voor ende ten overstaan van etc, Actum den negentienden junij seventien hondert agt en veertig.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832