Joost sone wijlen Wijtman Joosten, als man ende
momboir Dingna sijnre huijsvrouwe dochtere Antonis Cornelis Hendrick Beren
daer moeder aff was Geertruijdt dochter wijlen Gijsbert Gerit Beijkens int
bijwesen vanden voirschreven Antonisen, die in tgene hiernaervolght soo veel hem
tselve aengaet sijne tochte heeft affgegaen ten behoeve van Joosten sijnen
swager voirschreven: tvijffde gedeelte onbedeijlt in ale ende ijegelijcken
haeffelijcke ende erffelijcken goeden naer doode van Antonisen voirschreven te
vervallen mitsgaders naer doode van Geertruijdt voirschreven alreeds vervallen,
waer tusschen wijens off tot wat plaetschen deselve gelegen sijn ofte namaels
bevonden sullen mogen worden, t'ware in hardden in weecken in hooghen in droogen
in diepen in legen, gene daeraff vuijtgescheijden, Alsoo sij seijde legitime et
hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en
overgegeven) Cornelissen: Peeteren: Huijberden ende Gijsberden gebroeders soonen
Antonis Cornelis Hendrick Beren ende Geetruijdt voiregeschreven met affgaen etc.
et promisit super se et bona sua (en hij heeft geloofd op zich en zijn goederen)
... dit verkopen etc. ende allen commer etc. des sullen de kooperen moeten
betalen alle wettige schulden daerinne Antonis ende Geertruijdt voiregeschreven
ende hunne goeden eenichssints gehouden sijn geweest alsoo dat hij Joosten
daeraff nijeten sal worden gemolesteert in enniger manieren, d'welcke die
cooperen oock onder t verbant van hunne personen ende goeden gelooft hebben te
doen datum et scabini ut
supra.
Dwelcke aldus gedaen
sijnde soo heeft Joost de voirgenoemde Antonisen wederom inde voirschreven tocht
gestelt consenterende die voirschreven Joost ende met hem Cornelis, Peeter,
Huijbert ende Gijsbert dat hij Antonis dese tochte wederomme sal genieten alsof
hij deselve nijt affgegaen en ware geweest datum et scabini ut supra.