Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1617-14-7995-19r

Kennelijck zij eenen ijegelijcken dat voor ons schepenen ondergeschreven inne propre persoonen sijn gecomen ende gecompareert Adriaen ende Jan gebroeders soonen wijlen Jan Adriaenssoon van Beurden, daer moeder aff is Marie dochtere wijlen Marcelis Aertssoon van Vessem, Adriaen soone Hendrick Denijs Hendrick Wouterssoon als man ende momboir Anna sijnre huijsvrouwe dochtere wijlen Jans ende Marie voirschreven alle voor hen selven, Willem soone Cornelis Peeter Jan Reijnen naergelaten weduwaer Lijsbeth sijnre huijsvrouwe oock dochtere wijlen Jans ende Marie voireschreven oock voir sijn selven ende dieselve Willem alnoch met Cornelis sijnen vader ende Adriaenen soone wijlen Cornelis Peeter Mutsarts respective grootvader ende oudtoom van Jannen onmondigen soone sijn Willems ende wijlen Lijsbeth sijnre huijsvrouwe voirschreven ende Jan soone wijlen Adriaen Willemssoon als geordonneerde momboir metten heere ende Jan soone wijlen Willem Claessoon ..... als toesiender tot desen over Gijsberden ende Jenneken broeder ende suster ombejaerde kijnderen wijlen Jan Adriaenssoon van Beurden ende Marie voirschreven voir de welcke deselve gelooffden ende instonden midtsdesen ende hebben bekent, bekennende midtsdesen van seecker hiernaerbeschreven erffenissen met consent ende overdragen van Marie voirschreven die inne de naervolgende parchelen haere tochte heeft affgegaen seeckere erffdeijlinge aengegaen te hebben in manieren hiernaerbeschreven volgende

Overmits der welcker soo sullen de voirschreven Adriaen ende Jan tsamen hebben houden ende erffelijck besitten: Een schuere staende op derffenisse Adriaen Hendrick Denijs ende Willems Cornelis Peeter Jan Reijnen met sijn onmondich kijnt te deele gevallen alhier binnen der parochie van Tilborch ter plaetsche geheijten aende Stockhasselt ende welcke schuer van der erffenisse derselffs Adriaens ende Willems geruijmt sal worden, van halff aprillis toecomende over een jaer, noch een stuck saeijlants ende tot weije aen malcanderen liggende t'samen twelff lopensaet of daeromtrent begrijpende gelegen binnen der parochie ende plaetse voirschreven van welcke stuck erffen soo veele affgemeten sal worden dat .... gelegen aender huijsinge de voirschreven Adriaen ende Willems met sijn onmondich kijnt inder mate effen groot sal wesen, dit stuck erffen aldaer gelegen tusschen erffenisse Jan Cornelis Peeter Mutsarts ende Adriaen Adriaen Somers daer eenen gemeijnen meswech tusschen beijde liggende is deen zijde, ende tusschen erffenisse Herman de Roij Janssoone dander zijde, streckende vander gemeijnder strate, totter erffenisse Cornelis Peeter Jan Reijnen met sijne kijnderen,

Waertegens die voirschreven Adriaen soone Hendrick Denijs Hendrick Wouterssoon vuijtten name van sijnre huijsvrouwe met Willemen soone Cornelis Peeter Jan Reijnen ende sijn Willems onmondich kijnt sullen hebben houden ende erffelijck tsamen ombedeijlt besitten Een huijs hoff turffschop mette gronde ende erffenisse daeraen liggende ende daer toe behoirende acht lopensaet of daeromtrent begrijpende des sal vanden stuck erffen tot zaeijlande ende weije liggende Adriaen ende Jannen henne swagers hiervoirens toegedeijlt soo veele affgemeten wordden dat dese erffenisse ende t selve stuck erffen Adriaen ende Jannen toegedeijlt effen groot wesen sal dit huijs hoff turffschop metten gronde ende erffenisse gelegen binnen der parochie ende plaetse voirschreven aldaer tusschen erffenisse Adriaen Adriaen Somers deen zijde, ende tusschen erffenisse Adriaen Goijart Jan Michielssoon dander zijde, streckende vander gemeijnder strate totter erffenisse desselfs Adriaen Goijart Jan Michelssoon: Jan Peter Jan Sijmonssoon met meer andere daer nochtans eenen arm van eenen waterlaet tusschen beijde is liggende,

Waertegens de momboir ende toesiender van Gijsberden ende Jenneken ommondige kijnderen wijlen Jans ende Marie voirgeschreven sullen hebben houden ende erffelijck ten behoeve derselver onmondiger besitten, Een stuck zaijlants drij lopensaet of daeromtrent begrijpende nochtans alsoo groodt ende cleijn ast selve gelegen is binnen der parochie ende plaetse voirschreven, aldaer tusschen erffenisse der provisoren der Taeffele des Heijligen Geeest binnen Tilborch deen zijde ende tusschen erffenisse Daniel Willem Vrancken dander zijde, streckende vander gemeijnder strate totter erffenisse Jan Herman Cornelissoon de jonge met sijne kijnderen noch een stuck zaijlants vier loopensaet of daeromtrent begrijpende nochtans alsoo groodt ende cleijn ast selve gelegen is binnen der parochie ende plaetse voirschreven, aldaer tusschen erffenisse Adriaen Goijart Jan Michielssoon deen zijde, ende tusschen erffenisse Adriaen Adriaen Somers dander zijde, ende oock deen eijnde, hodende metten anderen eijnde aen erffenisse der kijnderen Adriaen Peeter Janssoon, Ende noch een stuck erffen tot weije liggende drije loopensaet of daeromtrent begrijpende nochtans alsoo groodt ende cleijn alst selve gelegen is binnen der parochie ende plaetse voirschreven, aldaer tusschen erffenisse Herman de Roij Janssoon deen zijde ende deen eijnde, ende tusschen erffenisse Geridt Laureijs Jan Laureijs Eelkens dander zijde, hodende metten anderen eijnde aender gemeijnder strate, Alsoo zij seijden op welcke parcheelen van huijsinge schuer ende erffenisse voirschreven die voirgenoemde comparanten ende deijlluijden volcomentlijck hebben vertegen met overgeven ende affgaen in manieren daertoe behoirlijck ende gewoonlijck sijnde, gelovende op hen selven opde alle henne goeden ende de momboir ende toesiender onder t verbant der onmondiger kijnderen daervoore zij gelooft hebben, oock goeden, hebbende ende vercrijgende dit vertijen overgeven affgaen ende dese erffdeijlinge altijt vast ende stentich te houden ende in hennen name te doen houden sonder ennich wederseggen ende allen commer ofte calangie daerop comende altemael aff te doen malcanderen, vuijtgenomen dat die voirschreven Adriaen ende Jan gebroederen soone Jan Adriaenssoon van Beurden vuijt henne gedeelte sullen gelden seven loopen roggen tsjaers te betalen aende rector van Heijlige Geest aultaer binnen der kercke van Tilborch naervolgende den bescheede daeraff sijnde, noch iii stuijvers jaerlijx in eenen chijns geheijten menekens cijns of soo veele min of meer alsmen op Sint Tomas dach eertijts aen meester Jannen vanden Hovel plach te betalen, ende die voirschreven Adriaen Hendrick Denijs met Willemen sijne swager dat die vuijt hennen gedeelte sullen gelden een mudde roggen jaerlijx aende provisooren der Taeffele des Heijligen Geest binnen der stadt van sHertogenbossche te betalen metter somme van ses carolus guldens ende vijff stuijvers jaerlijx andersins behoude van rechts wegen datmen van dit mudde roggen jaerlijx mar moesten betalen als de vi guldens v stuijvers sullen zij deijlluijden tselve met malcanderen goet doen, ende voirts dat elck vuijt sijne sal onderhouden ende gedoogen alle gebuerlijcke rechten naer ouder gewoonte is oock voirwaerde dat zij deijlluijden alle achterstellingen vande voirschreven commeren ende lasten malcanderen sullen helpen claren ende affdoen die tot Lichtmisse 1617 ende daerte voorens ombetaelt staande sijn ende daertoe dat die voirschreven Adriaen ende Jan gebroederen soonen Jan Adriaens voirschreven met Adriaen Hendrick Denijs ende Willem Cornelis Peeter Jan Reijnen ende sijne onmondich kijnt elck vuijt henne gedeelte den twee onmondigen kijnderen Jan Adriaenssoon voirschreven sullen vuijtreijcken ende betalen in respects van dat derselver onmondiger gedeelte .... de somme van vijftich carolus gulden maeckende te samen de somme van een hondert carolus guldens ter simpele vermane te voldoen ende of zij dese betalen ter simpele vermanen als voor nijet en deden dat zij ten behoeve der selver onmondiger sullen betalen intereste van ... naer advenant vanden tijde dat zij daeraff in gebreke sullen sijn welcken voirs. commer elcken hier voirens benoemt die voirschreven deijlluijden alsoo sullen gelden afflosschen ende vrijen ten dage daer toe staende ende geordonneert sijnde dat deen of dander daeraff nijet en sal werden gemolesteert in enniger manieren Welverstaende of derselven deijlluijden op ennigen deser gedeelten ennige anderen commer hijnder of last quame met recht meer dan benoemt staet dat zij tselve malcanderen sullen helpen affdragen dwelck zij deen den anderen ende elck onder t verbant als voir geloofft hebben sonder oppositie van recht te volbrengen dach x februarij 1617 scabini Mutsarts et Cauwenberchs.


Zoeken in website: De Hasselt voor 1832