Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1599-14-7990-15v

Kennelijck zij eenen ijegelijcken dat voor ons schepenen ondergescreven sijn gecomen ende gecompareert in henne propre persoonen Pauwels soone wijlen Joost Hermans als man ende momboir Jennekens sijnder huijsvrouwe, Peeter soone wijlen Cornelis Henrick sBeren als man ende momboir Mechtelt sijnder huijsvrouwe Adriaen soone Jan Claes Henrick Smolders als man ende momboir Marije sijnder huijsvrouwe, Wouter soone Jan Jan Vrancken als man ende momboir Denijsken sijnder huijsvrouwe gesusteren docheren wijlen Peeter Denijs Jan Reijnen voor hen selven ende Reijner soone wijlen Denijs Jan Reijnen voirscreven met Cornelis soone wijlen Emberdt Jan Meeussoon als metten heere geordonneerde momboir ende toesiender van Jacobben ende Judith broeder ende sustere onmondige ende onbejaerde kijnderen wijlen Peeter Denijs Jan Reijnen voirs, alle welcke kijnderen dieselve Peeter met Lijsbeth sijne wettige huijsvrouwe dochter wijlen Peeter Ghoijart Pulskens tsamen verweckt ende vercregen hadde, ende daervoir de momboir ende toesiender van weghen den onmondigen kijnderen genoempt hen sterck maeckten ende gelooffden, ende hebben vanden erffelijcken goeden op henluijden na doode vanden voirscreven Peeter vervallen, ende bijde voirscreven Lijsbeth op huijden overgegeven zeecker erffdeijlinge aengegaen in vuegen ende manieren hiernae bescreven volgende

Overmits der welcker soo sullen die voirscreven Pauwels, Peeter ende de momboir metten toesiender boven genoempd ten behoeve van Jacobben Peeter Denijs hebben houen ende tselven ombedeijlt besitten Een huijs hoff metten grond ende erffenisse daeraen liggende twee lopensaet ende thien roijen oft daeromtrent begrijpende nochtans etc. Tilborch ter plaetsen geheijten aende Heijdzijde bijden Dreijboom aldaer tusschen erffenisse Adriaenen, Wouteren ende Juetken voirs hiertegens te deele gevallen deen zijde, ende tusschen erffenisse Jan JanssoonVerschueren de jonghe dander zijde ende deen eijnde, hodende metten anderen eijnde aen eenen wech aldaer geordonneert, Noch een stuck erffs eertijts vande gemeijnte inne gegraven nu ter tijt tot weije liggende twee lopensaet min vier roijen begrijpende gelegen binnen der prochie ende plaetse voirscreven aldaer tusschen erffenisse Anthonis Claes Thonissoon deen zijde, ende tusschen eenen wech aldaer comende vande voirs huijse dander zijde streckende vande erffenisse Adriaen Wouters ende Juetkens voirscreven totter gemeijnder strate, Noch een stuckxken saijlants geheijten dat Sistersaet seven vierdevaetsaet ende een roije metter mate begrijpende, gelegen binnen der prochie ende plaetse voirscreven aldaer tusschen erffenisse Anthonis Cornelis Henricx zoon deen zijde, ende tusschen eenen gemeijnen ackerwech danderzijde, streckende vande erffenisse Anthonis voirscreven totter erffenisse Jan Janssoon Verschueren de jonghe oijck voirscreven, Ende noch een stuck saijlants geheijten den Drijehoeck seven vierdevaetsaet oft daeromtrent begrijpende nochtans etc. binnen die prochie ende plaetse voirscreven aldaer tusschen erffenisse Adriaens Wouters ende Juetkens voirs hiertegens affgepaelt sijnde deen zijde, ende tusschen erffenisse Jan Janssoon Verschueren voirs dander zijde, ende oijck deen eijnde, hodende metten anderen eijnde aende gemeijnen ackerwech aldaer Alsoo zij seghden, Op welck huijs hoff ende parcheelen van erffenissen voirscreven die ander deijlluijden volcomentlijck hebben vertegen ten behoeve van Pauwels Peeteren ende Jacobben voirscreven met overgeven etc. ende hebben gelooft die voirscreven Adriaen ende Wouter op hen selven ende de momboir metten toesiender onder de verbijntenisse der goeden Judith voirscreven toebehoirende dit overgeven etc. ende alle commer ofte calangie daerop comende etc. vuijtgenomen dat die voirs Pauwels Peeter ende Jacob vuijt dit henne gedeelte sullen gelden sesse carolus gulden tsiaers aende Susteren van Oisterwijck te betalen, noch aenden heere van Tilboch drije stuijver min een oirt stuijver tsiaers op Sinte Stevens dach te betalen, Noch eenen halven stuijver tsiaers oijck gewinchijns aenden Hertoge van Brabant op Sint Thomas dach tot Oisterwijck te betalen, Noch den gezwooren binnen Tilborch ende Ghoirle ii st 1 oirt tsiaers chijns oijck op Sint Stevens dach te betalen, ende voirts de ander erffenisse totter schuer hier tegens gedeijlt met behemelde beesten te weghen ter naeste plaetse ende minste schade soo als recht is welcke rente ende chijnsen voirscreven die voirscreven Pauwels Peeter ende Jacob alsoo sullen ghelden etc. dat etc. wel verstaende oft etc. op quame met recht etc. dat etc. dwelck etc. datum et scabini ut supra.
Bij erffdeijlinge van desen soo is Jacob gevallen eenen drijehoeck .....

Hiertegens soo is den voirscreven Adriaenen ende Wouteren metten momboir ende toesiender ten behoeve van Juetken boven genoemd te deele gevallen ende sullen etc. Een schuer metten grond ende erffenisse daeraen liggende ende daertoe behoirende derdalff lopensaet ende drije roijen oft daeromtrent begrijpende nochtans etc. Tilborch ter plaetsen geheijten aende Heijzijde bijden Dreijboom aldaer tusschen erffenisse Anthonis Claes Thonissoon deen zijde, ende tusschen erffenisse Jan Janssoon Verschueren de jonghe dander zijde, hodende met beijde deijnden aen erffenisse Pauwels, Peeters ende Jacobs voirs, hen bij deser scheijdinge in deele gevallen, Noch een stuck saijlants geheijten de Gherst Velden twee lopensaet ende elff roijen oft daeromtrent begrijpende gelegen binnen der prochie ende plaetse voirscreven aldaer tusschen erffenisse Pauwels Joost Hermans deen zijde, ende tusschen erffenisse Pauwels, Peeter ende Jacob voirscreven dander zijde, streckende vande erffenisse Anthonis Claes Thonissoon totter erffenisse Jan Janssoon Verschueren de jonghe Noch een stuck saijlants geheijten tVenneken derdalff lopensaet oft daeromtrent begrijpende binnen der prochie ende plaetse voirscreven, aldaer tusschen erffenisse Jan Janssoon Verschueren dicwils voirs aen die beijde zijden, streckende vande erffenisse Gheridt Peeter Wijten totter erffenisse Jan Willem Martens Hermans Ende noch een stuckxen saijlants geheijten den Drijehoeck een lopensaet ende een roije oft daeromtrent begrijpende gelegen binnen der prochie ende plaetse voirscreven aldaer tusschen erffenisse Joost Meeus Janssoon deen zijde, ende tusschen erffenisse Pauwels Peeter ende Jacob voirs dander zijde, streckende vander erffenisse Jan Jansson Verschueren de jonghe totter erffenisse Jan Jan Cornelis Wouterssoon alsoo zij seghden Op welcke schuer metten gronde ende alle erffenisse voirs die andere deijlluijden volcomentlijck hebben vertegen ten behoeve van Adriaenen, Wouteren ende Juetken voirs met overgeven etc. ende hebben gelooft die voirs Pauwels ende Peeter soo voir hen selven als mede vuijten name van Jacobben voirscreven op hen selve ende op alle henne etc. dit overgeven etc. ende allen commer etc. vuijtgenomen dat die voirscreven Adriaen ende Wouter voor hen selve ende de momboir metten toesiender boven genoempd vuijten name van Juetken voirscreven hier vuijt tsamen sullen gelden twee ende twintich met eenen halven stuijver tsiaers aenden kijnderen Jans van Trier te betalen, Noch vi st tsiaers gewinchijns aende heere van Tilborch op Sinte Stevens dach te betalen, ende voirts de ander erffenisse totten huijs bedeijlt te weghen ende steghen met behemelde beesten soo als recht is over den wech alsnu affgepaelt sijnde, welcke rente ende chijns voirs, de voirs Adriaen ende Wouter voor hen selve ende de momboir etc. alsoo etc. ten daghen etc. dat etc. welverstaende etc. datum et scabini ut supra.

Adriaen ende Wouter voirscreven qualitate qua hebben henne twee gedeelten volgend der deijlinge boven gescreven wettelijck ende erffelijck vercocht overgegeven ende opgedragen Peeteren soone wijlen Cornelis Henrick sBeren als man etc. ut supra datum et scabini ut supra, et ... in forma
De momboirs van Juetken hebben Peeteren den timmer vande schuere opgedragen.


Zoeken in website: De Hasselt voor 1832