Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1563-14-7953-79r

Jan zoon van wijlen Marten de Wit als man en momber van Lijske zijn huisvrouw, dochter van wijlen Gerit Adriaen Meeus die Oude voor de ene helft en Gerit zoon van wijlen Adriaen Meeus de Jonge en Willem zoon van wijlen Jan Willem Borchmans als door de Heer aangestelde momber en toeziener van Gerit onmondige en minderjarige zoon van wijlen Gerit Adriaen Meeus die oude voornoemd, daar ze als momber en toeziener voors. voor instonden en belofte deden voor de andere helft, legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Adriaen de Oude zoon van wijlen Gerit Adriaen Meeus die Oude, hun broer en zwager, simul cum dictis literis divisionis et cum tot jure (samen met de genoemde deelbrieven en met al het recht), met afgaan en vertijen etc., al alzulk deel, recht, actie en toezeggen in een huis, hof, schuur met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 3 lopensaet, gelegen binnen de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd aende Hasselt, aldaar tussen:
erfenis dat aan hun andere broers ten deel gevallen is een zijde
erfenis van Jan Jan van Ghierll ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van de erfgenamen van Herman Gerit Hermans ander einde;
nog hiertoe al alzulk deel in meer andere erfenissen hun van wijlen Gerit hun vader aangekomen en verstorven zijnde en tegen hun andere broers ten deel gevallen zijnde, zoals dat in schepenbrieven van Tilborch wezende van datum de 24e januari 1562 n.st. daarop gemaakt volkomen is begrepen. De genoemde Jan Marten de Wit op zichzelf en op al zijn goederen en de momber en toeziener op verbintenis van de goederen van de onmondige kinderen, hebbende en verkrijgende, hebben beloofd dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen etc. en in de naam als voor te laten etc. en alle kommer en calangie daarop komende, de voors. Jan van zijnentwege en de voornoemde momber en toeziener vanwege de onmondige kinderen, allemaal voor hem af te doen.
Hij moet daaruit gelden alles naar uitwijzen van dezelfde deelbrief voors. zonder arglist.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).

Willem zoon van wijlen Gerit Adriaen Meeus de Oude voor twee derde gedeelten en Gerit zoon van wijlen Adriaen Meeus de Jonge en Willem zoon van wijlen Jan Willem Borchmans als door de Heer aangestelde momber en toeziener van Adriaen de Jonge, onmondige en minderjarige zoon van wijlen Gerit Adriaen Meeus de Oude voornoemd, daar de momber en toeziener voors. zich sterk voor maakten en beloofd hebben voor twee derde deel, legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Adriaen de Oude zoon van wijlen Gerit Adriaen Meeus ook de Oude, hun broer, met afgaan en vertijen etc., een stuk akkerland in het geheel groot ongeveer 3 lopensaet, gelegen binnen de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd die Hasselt, aldaar tussen:
erfenis van Peter Henrick Cornelis een zijde
erfenis van Adriaen de Oude hun broer ander zijde
erfenis van de weduwe van Herman Gerit Hermans cum pueris (met haar kinderen) een einde
de gemeijn straat ander einde
zoals ze zeiden.
Warandiam ([ze hebben beloofd] te waren) behalve, dat de voors. koper hieruit moet gelden 2 blancken per jaar gewincijns te betalen aan de Heer van Tilborch, terwijl ze verder beloven dit verkopen, overgeven etc. en in de naam als voor te etc. en alle andere kommer en calangie daarop komende allemaal voor hem af te doen.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).

Adriaen de Oude zoon van wijlen Gerit Adriaen Meeus legitime et hereditarie vendidit et supportavit (heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Willem zoon van wijlen Gerit Adriaen Meeus zijn broer, met afgaan en vertijen etc., een stuk land groot ongeveer 3 lopensaet evenwel zo groot en klein als dat gelegen is binnen de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd in de Hasselt Ackeren, aldaar tussen:
erfenis van Herman Cornelis Gerit Hermans een zijde
erfenis van Cornelis Jan Reijnen met meer anderen ander zijde
de Stockhasseltsestraet een einde
erfenis alsnog toebehorende aan Adriaen de Oude voors. ander einde
zoals hij zeide.
Warandiam ([hij heeft beloofd] te waren ) en dit verkopen, overgeven, opdragen etc. en alle kommer en calangie daarop komende allemaal voor hem af te doen.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).

Adriaen de Oude zoon van wijlen Gerit Adriaen Meeus heeft beloofd als een principal schuldenaar te gelden, te geven en wel te betalen aan Willem zoon van wijlen Jan Willem Borchmans als momber van Gerit onmondige en minderjarige zoon van wijlen Gerit Adriaen Meeus voornoemd ten behoeve van dat onmondige kind voornoemd een jaarlijkse en erfelijke cijns van tien karolus gulden en zestien stuivers, elke karolus gulden voors. 20 stuivers per stuk gerekend of de waarde daarvan in ander goed geld zoals dat ten tijde van de betaling in het algemeen koers en gang zal hebben en van hand tot hande goede betaling wezen zal, te vergelden elk jaar op Onze Lieve Vrouwedag Lichtmis en voor de eerste termijn en dag van betaling met Lichtmis nu a.s. uit en van een huis, hof, schuur met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 6 lopensaet, gelegen binnen de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd aende Hasselt, aldaar tussen:
erfenis van Peter Henrick Cornelis een zijde
erfenis van Jan van Ghierll ander zijde
erfenis van de weduwe van Herman Gerit Hermans cum pueris (met haar kinderen) een einde
de gemeijn straat ander einde
en nog uit en van een akkerland genaamd den Strijacker, groot ongeveer 5 lopensaet, gelegen in de parochie ter plaatse genaamd in de Hasseltse Ackeren, aldaar tussen:
erfenis van Herman Cornelis Gerit Hermans een zijde
erfenis van de kinderen van Jan Daniel van Buerden ander zijde
erfenis van Willem zijn broer een einde
een gemeenschappelijke gebuur akkerweg ander einde
zoals hij zeide.
Warandiam ([hij heeft beloofd] te waren) en de voors. onderpanden altijd goed, zeker genoeg en waardevast te maken voor etc. en alle kommer en calangie daarin wezende allemaal voor hem af te doen ten behoeve van het onmondige kind voornoemd.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).
In margine: Gelost door Adriaen de 7e maart anno 1586 et suc jussit Gerardus deleri (en Gerit heeft zo bevolen het teniet te doen).

Te mogen lossen ten schoonste altijd met Lichtmis met honderd en 80 karolus gulden, in een keer of in drie maal en elke keer met een gerecht derde deel, voor elke karolus gulden te rekenen 20 stuivers of de waarde daarvan in ander goed geld zoals dat ten tijde van de aflossing in het algemeen koers en gang zal hebben en van hand tot hand goede betaling zal zijn, simul cum anni redemptionis et arrestadiis (samen met de jaarcijns en achterstel), behalve dat men het een half jaar tevoren op moet zeggen en wettelijk verkondigen als men de voors. cijns, het zij in het geheel of in enig deel, zal willen lossen.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).
In margine: Gelost et sic jussit Gerardus deleri (en Gerit heeft zo bevolen het teniet te doen) de 7e maart anno 1586.

Idem Adriaen heeft beloofd als een principaal schuldenaar te gelden, te geven en wel te betalen aan Jan zoon van wijlen Marten de Wit als man en momber van Lijsbet zijn huisvrouw, dochter van wijlen Gerit Adriaen Meeus, zijn zwager, een jaarlijkse en erfelijke cijns van 10 karolus gulden en 16 stuivers omnino ut supra (alles als voor) uit de onderpanden ut supra usque ad finem (als voor tot aan het einde).
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).
In margine: Gelost door Adrien Gerit Meus de 15e maart 1606 et jussit deleri Johannes Martini (en Jan Martens heeft bevolen dit teniet te doen).

Idem te mogen lossen ten schoonste altijd met Lichtmis met honderd en 80 karolus gulden, ineens of in twee keer en elke keer met de helft, voor elke karolus gulden te rekenen 20 stuivers of de waarde usque ad finem (tot aan het einde).
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als voor).
In margine:Deletum et jussit deleri Johannes Martini (teniet gedaan en Jan Martens heeft bevolen dit teniet te doen).

1563, maart 2

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832