Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1560-14-7951-38v

Henrick zoon van wijlen Cornelis Appels, weduwnaar van Jenneke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jan Jan Nauwen supportavit (heeft overgegeven) aan zijn wettige kinderen, die hij verwekt en verkregen had bij wijlen zijn huisvrouw, toen ze leefde voornoemd, met afgaan en vertijen etc., het vruchtgebruik en al het recht vanwege vruchtgebruik, dat hij bezat in alle goederen, zowel huizingen, hovingen, land, zand, weiden en heiden, zoals de voors. Henrick en wijlen Jenneke zijn huisvrouw, toen ze leefde, samen bezaten, zo waar en tussen wie deze goederen voors. gelegen zijn of bevonden zullen worden, geen enkele uitgezonderd, zoals hij zeide, belovende als principaal schuldenaar op zich en op al zijn goederen, die hij nu etc., dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors. etc. en nooit meer vanwege vruchtgebruik daar aanspraak op te maken of te laten maken etc. en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal voor hen af te doen, behalve dat zijn kinderen voors. daaruit moeten gelden de gewoonlijke kommer, die daar van rechtswege uitgaat, uitgezonderd nochtans en voor hem Henrick gereserveerd het vruchtgebruik in alle beemden, die men in zijn naam enigszins zal mogen bevinden, die hij zijn leven lang en niet langer zal mogen blijven gebruiken. In deze is nochtans afgesproken, dat de beemd gelegen bij Daelhem genaamd die Hooge Brugge ook aan zijn voors. kinderen zal toebehoren. Derhalve zullen zijn voors. vier kinderen gehouden zijn en verbonden staan Henrick hun vader voors. jaarlijks zijn leven lang en niet langer uit de voors. goederen uit te reiken en te betalen een lijfcijns van zestien karolus gulden, waarvan de eerste betaaldag zal zijn en verschijnen met Sint Jansmis nu a.s. en zo voorts zijn leven lang durende en daartoe zijn leven lang op de Oude Stede te laten hebben een bed in de kamer, een stoel in de haard en het vierde deel in de boomgaard, van de ooft te genieten en te rapen tot zijn nooddruft en wil, zoveel hem believen zal. En hebben beloofd Marten zijn zoon en met hen Jan Thonis Jan Smoelders als man en momber van Cornelia diens huisvrouw, Herman Jan Gerijts als man en momber van Engelbertke diens huisvrouw en Lijsbeth zijn dochter cum tutore (met haar voogd) Henrick hun vader en schoonvader voors. rustig en vredig het voors. vruchtgebruik in de beemden, de lijfcijns van zestien karolus gulden, het bed in de kamer, stoel in de haard, het vierde deel van de boomgaard en al het andere zoals voors. te laten volgen en genieten op de manier hiervoor verklaard staande en hem ter zake van dien nooit meer zolang hij zal leven te moeien of te molesteren, daarvoor elk respectievelijk hemzelf en al zijn goederen, hebbende en verkrijgende, verbindende, alles zonder arglist.
Datum de 20ste december, schepenen Ghierll en Ghijben.

Marten zoon van Henrick Cornelis Appels, door deze Henrick en uit wijlen Jenneke diens huisvrouw, dochter van wijlen Jan Jan Nauwen samen verwekt, Jan Thonis Jan Smoelders als man en momber van Cornelia zijn huisvrouw en Elizabeth, gezusters, dochters van Henrick en wijlen Jenneke voornoemd, met een momber door de voors. Elizabeth gekozen en haar door de Heer gegeven zoals recht is, legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Herman Jan Gerijts als man en momber van Engelbertke zijn huisvrouw, dochter van Henrick Cornelis Appels voors., hun zwager, met afgaan en vertijen etc., een huis, hof met de grond en erf en een weitje, daaraan gelegen en daartoe behorende, echter zo groot en klein zoals dat samen tot een driehoek gelegen is in de parochie van Tijlborch ter plaatse genaamd aenden Cleijn Hasselt, aldaar tussen:
erfenis van Willem Peter Huijben, oostwaarts een zijde
erfenis van Herman Gerijt Hermans ander zijde
noordwaarts scherp uitgaande aan de gemeijn straat.
Welk voors. huis, hof, grond en erf aan de voornoemde Marten met zijn zwagers samen aangekomen en bestorven is van wijlen Jenneke zijn moeder en waarin Henrick zijn vader heden ten dage zijn vruchtgebruik daarvan overgegeven en opgedragen had pro ut in literis de (zoals in brieven van) Tijlborch.
Et promiserunt warandiam more solito (en ze hebben beloofd te waarborgen zoals gebruikelijk) behalve dat Herman koper voors. daaruit moet blijven gelden een half mud rogge per jaar erfpacht in den Bosch te betalen aan het Convent vanden Baseldonck en aldaar te leveren en daarbij nog twee tuijn per jaar cijns te betalen aan de Gezworenen van Tijlborch. Ze beloofden verder dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors. altijd vast en elk in de naam als voor te laten houden zonder enig etc. en alle andere kommer en calangie daar meer op komende allemaal voor hem af te doen.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als boven).

1560, december 20

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832