Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1558-14-7948-38v

Cornelis zoon van wijlen Jan van Spaendonck weduwnaar van Marie suae uxoris (zijn huisvrouw), dochter van wijlen Pauwels Peter de Decker, legitime et hereditarie supportavit (heeft wettelijk en erfelijk overgegeven) aan Adriaen zijn zoon, Willem zoon van wijlen Henrick van Dijck als man en momber van Jenneke suae uxoris (zijn huisvrouw) en aan Anthonis Jan Gherit Hermans als man en momber van Anna suae uxoris (zijn huisvrouw), dochters van Cornelis en wijlen Marie suae uxoris (diens echtgenote) voornoemd, met afgaan en vertijen etc. het vruchtgebruik en al zijn recht in vruchtgebruik, dat hij had en bezat in alle alzulke goederen, die hij met Marie zijn huisvrouw voors, toen die leefde, samen bezaten, hoedanig die gelegen mogen zijn of bevonden kunnen worden hetzij in harde, in weke, in hoge, in lage, in diepe of in droge binnen de parochie van Tilborch en ook daarbuiten, behalve een stuk beemd gelegen in die Bloeck bij die Dongensche Coeijweijen en dat hij op de goederen voors zijn leven lang zal hebben en beuren XII ponden boter en vijftich eieren. Item dat hij zal behouden zijn leven lang zijn woning in de kamer staande aan de westkant van het huis, waar hij nu ter tijd woont, staande aan 't Creijenvenne met een stoel in de haard volgens de voorwaarden en beloften, die men hem daarvan zal doen.
Hij heeft beloofd als principaal schuldenaar super se et bona sua (op zich en zijn goederen) etc dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors altijd vast en stendig te houden etc en van tochtenwege daarop nooit meer verder te talen of te doen talen voor geen enkele rechtbank, geestelijk of wereldlijk.
Toen dit alzo gedaan was hebben de voornoemde Adriaen zijn zoon, Willem en Anthonis zijn schoonzoons aan de voors Cornelis hun vader en schoonvader wederom beloofd, dat hij het voors stuk beemd, zijn leven lang ongehinderd en vredelijk in vruchtgebruik mag blijven bezitten en dat ze hem jaarlijks zijn leven lang zullen uitreiken en betalen twaalf pond boter en vijftig eieren, de ene helft daarvan te betalen tussen nu en Pinksteren en de andere helft omstreeks bamis, dat hij ook zijn leven lang zal hebben het gebruik van de voors kamer en daarbij een stoel in de haard, met voorwaarden echter, dat als het de voors Cornelis gelieven zal elders te wonen en de voors kamer en stoel in de haard niet te gebruiken, dat ze alsdan hem jaarlijks daarvoor zullen betalen en geven anderhalve gulden, de gulden voor twintig stuivers gerekend zijnde, en daarbij nog dat ze hem zullen lossen en vrijhouden zijn leven lang van alle beden, loten en schoten en ander kwaad geld, waarop hij nu en in de toekomst op gezet en geschat zal worden, alles zonder arglist.
Datum de derde dag in januari, schepenen Meijnaerts en Ghierl.

Adriaen Cornelis Jans van Spaendonck en Anthonis Jan Gherit Hermans als man en momber van Anna suae uxoris (zijn huisvrouw) dochter van Cornelis Jan van Spaendonck voornoemd legitime et hereditarie vendiderunt et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Willem zoon van wijlen Henrick van Dijck voornoemd met afgaan en vertijen etc, elk een derde deel hem toebehorende in een huis, hof, schuur, turfschop met de grond met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, ongeveer dertien lopensaet groot of zo groot en klein als dat gelegen is in de parochie van Tilborch ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aent Creijenvenne, aldaar tussen:
erfenis van Goijaert Marten Jan Ghenen een zijde
erfenis van Anthonis Jan Gherit Hermans voornoemd, hem door de voors Adriaen en Willem zoon van wijlen Henrick van Dijck voor twee derde delen heden verkocht en gevest, zoals dat afgepaald is ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Peter Wouter Vermee met zijn kinderen ander zijde,
ut dicebant en promiserunt warandiam more solito dempto (zoals ze zeiden en ze hebben beloofd te waren zoals gebruikelijk behalve) dat Willem koper voors moet gelden een half mud rogge erfpacht te betalen aan Willem Ghijsbrecht vanden Gheijn en ongeveer een half vuerijser te betalen aan de Heer van Tilburg. Item nog, dat hij daaruit zal gelden en betalen eenenvijftig karolus gulden aan diverse personen, namelijk aan Claes Henrick van Ghierl dertig karolus gulden, aan Gherit Jan Claes Veldekens zeventien karolus gulden en aan Willem Peters vier karolus gulden met de wasdom, die men daarvan beloofd heeft volgens inhoud van de bescheiden of geloften, die daarvan zijn, bovendien moet hij nog laten wegen Peter Wouters Vermee met zijn kinderen naar zekere erfenis, dat die heeft liggen aan een einde voornoemd en daartoe nog betalen een halve philippuspenning erfelijke cijns te betalen aan de Heilige Geest van Tilburg, terwijl de verkopers bovengenoemd verder beloven dit verkopen, overgeven, opdragen etc more solito (zoals gebruikelijk) en alle andere kommer en calangies, die daar meer op komen, elk tot zijn deel toe allemaal voor hem af te doen behalve ook, dat Cornelis Jan van Spaendonck voornoemd zijn leven lang zal mogen behouden en gebruiken de kamer van het huis voors met daarbij een stoel in de haard of anderhalve gulden daarvoor volgens inhoud van de brieven hem daarvan verleend.
Toen dit zo gedaan was heeft de voors Willem wederom beloofd aan Adriaen en Anthonis voornoemd, dat hij de voors erfpacht, cijnsen en eenenvijftig karolus gulden met de wasdom voor gespecificeerd alszo zal gelden en betalen dat er voor Adriaen noch voor Anthonis voors op hen noch op hun goederen, noch voor hun nakomelingen daarvan nooit meer hinder, kommer noch last van komen zal, daarvoor verbindende zijn persoon en al zijn goederen, hebbende en verkrijgende.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als boven).

De voors Adriaen en Willem zoon van wijlen Henrick van Dijck als man en momber van Jenneke suae uxoris (zijn huisvrouw) dochter van Cornelis Jans van Spaendonck voornoemd legitime et hereditarie vendidit [is fout: moet zijn vendiderunt} et supportaverunt (hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven) aan Anthonis Jan Gherit Hermans voornoemd, met afgaan en vertijen etc, elk een derdedeel hem toebehorende in een stuk land, groot ongeveer zes en een halve lopensaet, gelegen in de parochie van Tilborch ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aent Creijenvenne, aldaar tussen:
erfenis van Willem zoon van wijlen Henrick van Dijck hem heden ten dage door de voors Adriaen en Anthonis Jan Gherit Hermans, zijn zwager, verkocht en opgedragen voor twee derde delen een zijde
erfenis van dezelfde Willem voors met zijn voorkinderen, hem van tevoren reeds toebehorende ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van dezelfde Willem voors, heden gekocht en verkregen als voor ander einde.
Nog in een stuk land groot ongeveer vijf en een halve lopensaet, gelegen in de parochie en plaats voornoemd, aldaar tussen:
een gemeijne waterlaat een zijde
erfenis van Peter Gherit Jans ander zijde en ook aan een einde
de gemeijn straat ander einde.
Nog hiertoe in een stuk land van ongeveer twee en een halve lopensaet gelegen in de parochie voors op het einde van het Creijenven voors in de akkeren aldaar tussen en binnen:
de erfenis van Dingen weduwe van Gherit Henrick Beijkens met haar kinderen, aanleggende aan alle zijden,
waar echter een gemeenschappelijk akkerweg doorloopt ut dicebant et promiserunt warandiam more solito (zoals ze zeiden en ze hebben beloofd te waren zoals gebruikelijk) behalve dat Anthonis koper voors uit het voors stuk land van de vijf en een halve lopensaaet moet gelden 1 blanck en een half oirtst. erfgrondcijns te betalen aan de nakomelingen van Lucas van Amerzoijen en daartoe vijf en vijftig stuivers jaarlijkse cijns, te los staande met vijf en vijftig karolus gulden volgens de inhoud van de brieven die daarvan zijn, te betalen aan Peter de Lepper in Berkel. Item moet hij 'sHeren schouwen van de voors waterlaat en paden en wegen onderhouden, daar en zo men die schuldig is te onderhouden, terwijl de verkopers bovengenoemd gelofte deden dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen voors altijd vast en stendig etc. en alle kommer en calangies, die daar meer op komen, elk tot zijn deel toe allemaal voor hem af te doen . Toen dit alzo gedaan was zo heeft de voorschr. Anthonis koper wederom gelofte gedaan aan Adriaen en Willem voors, dat hij de voors grondcijns en de vijfenvijftig stuivers jaarlijkse cijns alzo jaarlijks gelden, betalen, kwijten en lossen zal ter plaatse en termijn daartoe staande, zodat er voor Adriaen noch voor Willem voors op hen noch op hun goederen en noch voor hun nakomelingen daarvan nooit meer hinder, kommerr of last van komen zal, daarvoor verbindende zijn persoon en al zijn goederen, hebbende en verkrijgende.
Datum et scabini ut supra (datum en schepenen als boven).

1558, januari 3

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832