Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1557-14-7947-72v

Peter zoon van wijlen Jan Peter Meeus, weduwnaar van Anna suae uxoris (zijn huisvrouw), dochter van Jan Laureijs Eelkens, legitime et hereditarie supportavit (heeft wettelijk en erfelijk overgedragen) aan zijn wettige kinderen, die hij verwekt en verkregen had bij wijlen Anna zijn huisvrouw voors, met afgaan etc, zijn vruchtgebruik en al het recht van vruchtgebruik, dat hij had en bezat in een huis, hof en schuur met een klein huisje met de grond en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende met ook een stuk land, daar achter naast liggende, hem met zijn kinderen in een erfdeling heden ten dage tegen Embrecht, zijn broer, met zijn kinderen gedaan en ten deel gevallen, het voors huis, hof, schuur met het kleine huisje met de grond en erfenis daaraan liggende en ook het stuk land voors samen gelegen in de parochie van Tilburg ad locum dictum (ter plaatse genaamd) aent Creijenven tussen:
erfenis van Embrecht zoon van wijlen Jan Peter Meeus met zijn kinderen een zijde
erfenis van Cornelis Jan van Spaendonck cum proelibus (met zijn nazaten), waar een waterlaat tussendoor loopt ander zijde
de gemeijn straat een einde
erfenis van Peter Gherit Jan Maes Ghenen, waar ook deels een arm van de voors waterlaat tussendoor loopt ander einde
ut dicebat (zoals hij zeide) gelovende als hoofdelijk schuldenaar op hem en op al zijn goederen, hebbende en verkrijgende, dit overgeven, opdragen etc. en vanwege vruchtgebruik daar nooit meer aanspraak op te maken noch te laten maken etc en alle kommer en calangies van zijnentwege daarop komende allemaal af te doen.
Datum et scabini ut supra (Datum en schepenen als boven).

Quo facto (Dit gedaan zijnde) zo zijn daarom voor schepenen ondergeschreven gestaan Denijs en Joest, gebroeders, zonen van Peter en van wijlen Anna voors, Anthonis Jan Huijben als man en momber van Lijsbet suae uxoris (zijn huisvrouw), dochter van Peter en Anna voors, voor henzelf en ook voor Jenneke hun zuster, dochter van dezelfde Peter en Anna voors, die nog niet tot de jaren gekomen was, daar zij en met hen Marten zoon van wijlen Adriaen Leijten als voogd en toeziener van deze gezamelijk voor instonden en gelofte deden, en ze hebben bekend gemaakt, dat zij met het voors overgeven en resignatie van vruchtgebruik door Peter voors, hun vader, aan hen gedaan zoals boven, goed en ten volle tevreden gesteld zijn door hem en dat zij daarmede van de voors hun vader erfelijk gedeeld en gescheiden zijn, belovende aan deze, dat zij hem in geen toekomende tijden zullen moeien of molesteren, noch ook naar enige goederen, hetzij havelijk of erfelijk, die hij nu ter tijd meer blijft bezitten en na zijn dood zal nalaten, meer zullen talen, zowel in als buiten rechte, en dat zij alle kommer en calangies, die voor hem daarvan komen, geheel zullen afdoen.
Datum et scabini ut supra (Datum en schepenen als boven).

1557, maart 27

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832