Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1552-14-7943-7v

Geertruijt weduwe van Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts met haar voogd heeft overgedragen aan Adriaen, zoon van haar en van wijlen Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts, en aan Cornelis zoon van wijlen Willem Mutsaerts als momber en Jan zoon van wijlen Wouter Gherits als toeziener van Peter, Jacop en Jan, gebroeders, Barbara, Vijver en Marike, gezusters, onmondige kinderen van Geertruijt en wijlen Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts voors. ten behoeve van deze kinderen, met afgaan en vertijen, haar tocht en recht van tochtenwege, wat ze bezat in 2 stukken beemd, samen groot 9 lopensaet, 1 vierdevaetsaet en ½ roede gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in Dalem, het ene stuk gelegen aldaar tussen:
erfenis van Steven Claeus Stevens een zijde
erfenis van Goijaert Jan Gherit Reijnen ander zijde
de Leije aldaar een einde
erfenis van Claeus Jan Claeus en Goijaert voors. met nog meer anderen ander einde.
Ze heeft beloofd super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen, afgaan en vertijen altijd vast en stendig te houden etc. en van tochtenwege daarnaar nooit meer te talen etc. en alle kommer en calangies van harentwege daarop komende allemaal voor hen af te doen.

Quo facto constituti coram scabinis (dit gedaan zijnde waren verschenen voor schepenen) Adriaen zoon van wijlen Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts en met hem Cornelis zoon van wijlen Willem Mutsaerts als momber en Jan zoon van wijlen Wouter Gherits als toeziener van hem en nog de voors. Cornelis als momber en Jan voors. als toeziener van Peter, Jacop en Jan, gebroeders, Barbara, Vijver en Marike, gezusters, onmondige en niet tegenwoordige kinderen van wijlen Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts en Geertruit voors., waar de momber en toeziener voor instonden en geloofden en ze hebben de voors. 2 stukken beemd, die aan de voornoemde kinderen van Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts toebehoren, wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Jan zoon van wijlen Gherit Reijnen en aan Goijaert voornoemd, diens zoon, met afgaan etc. Adriaen, Cornelis en Jan, verkopers voornoemd, elk in de naam als voor hebben geloofd als schuldenaars, te weten Adriaen voors. op zich en op al zijn goederen en de voors. momber en toeziener op de goederen van de voors. onmondige kinderen, nu hebbende en nog later te verkrijgen, aan Jan en Goijaert, kopers voors., de voors. twee stukken beemd te waren zoals gebruikelijk, behalve dat zij kopers voors. daaruit moeten betalen:
2½ stuiver en 1 kapoen erfcijns aan het Convent van Tongerloe, te betalen jaarlijks op de Spijker.
'sHeren schouwen van de Leije te moeten onderhouden naar oude gewoonte.
Ze beloven verder in de naam en op verbintenis als voor dit verkopen, overgeven, opdragen etc. en alle andere kommer en calangies daarop komende voor hen allemaal af te doen.

Dezelfde Geertuijt met haar voogd etc. heeft overgegeven aan Adriaen zoon van haar en van de voors. wijlen Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts en aan Cornelis zoon van wijlen Willem Mutsaerts en aan Cornelis zoon van wijlen Willem Mutsaerts als momber en Jan zoon van wijlen Wouter Gherits als toeziener van Peter, Jacop en Jan, gebroeders, Barbara, Vijver en Marike, gezusters, onmondige kinderen van Geertruijt en van wijlen Willem Willem Mutsaerts voors. ten behoeve van de voornoemde kinderen, met afgaan en vertijen etc., haar tocht en recht van tochten etc. in een stuk land genaamd de Bonten Acker groot ca 4 lopensaet gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd aan die Steenen Camer tussen:
een gemeijne waterlaat daar lopende een zijde
erfenis van Jan Aert Verhoeven ander zijde
erfenis van jonkheer Adriaen van Malsen een einde
die gemeijn straat ander einde,
zoals ze zeide.
Ze heeft beloofd met haar voogd voors. super se et bona sua etc. dit overgeven, opdragen etc. en nooit meer van tochtenwege daarnaar te talen etc. dit overgeven, opdragen etc. en nooit meer van tochtenwege daarnaar te talen etc. en alle kommer en calangies van harentwege daarop komende allemaal af etc.

Quo facto constituti coram scabinis (dit gedaan zijnde waren gestaan voor schepenen) de voors. Adriaen zoon van wijlen Willem zoon van wijlen Willem Mutsaerts en met hem Cornelis en Jan, momber en toezienr pro-ut supra preicta pagina (zoals bovengenoemde pagina) en ze hebben het voors. stuk land, dat aan de voornoemde kinderen van wijlen Willem Willem Mutsaerts toebehoort, wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Anthonis zoon van wijlen Jan Adriaen Smolders, met afgaan en vertijen.
Adriaen, Cornelis en Jan, verkopers voornoemd, hebben geloofd elk in de naam als voor als schuldenaars, te weten Adriaen voors. op zich en op al zijn goederen en de voors. momber en toeziener op de goederen van de onmondige kinderen voors., nu hebbende en nog later te verkrijgen, aan Anthonis voors. het stuk land voors. te waren zoals gebruikelijk, behalve dat Anthonis, koper voors., daaruit moet betalen:
10 lopen en 1vierdevaet rogge erfpacht aan Marike dochter van Ghijb Vermee.
ca 1 stuiver en ½ oirstuiver erfgrondcijns aan de Heer van Tilburg, op sint Stevensdag te betalen.
'sHeren schouwen van de waterlaat moet hij onderhouden naar oude gewoonte. Verkopers voornoemd hebben verder geloofd in de naam en op verbintenis als voor dit verkopen, overgeven, opdragen, afgaan en vertijen, altijd vast etc. en alle kommer en calangies daarop komende voor hen allemaal af te doen.

1552, mei 17

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832