Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1533-14-7926-12v

Verschenen zijn voor schepenen Ghijsbrecht zoon van wijlen Willem Wouter Verschueren en Peter zoon van wijlen Wouter Vermee als momber en toeziener van de wettige kinderen van wijlen Willem Aert van Riel, die Willem voors gewonnen had bij Jennijke zijn huisvrouw, dochter van wijlen Willem Wouter Verschueren voors enerzijds en Boudewijn zoon van wijlen Hanrick Boeijen Roesen als momber en toeziener van Hanricka dochter van wijlen Jan Aert van Riel, die Jan voors gewonnen had bij wijlen Heijlwich zijn huisvrouw, dochter van wijlen Hanrick Boeijen Roesen anderzijds en ze hebben een erfdeling en erfscheiding gedaan en gemaakt van de goederen hierna beschreven, die aan de kinderen van wijlen Willem en van wijlen Jan Aert van Riel aangekomen en verstorven waren van hun ouders.
Zo zullen de wettige kinderen van wijlen Willem voors hebben de helft van een schuur en schaapskooi met de grond en erfenis daaraan liggende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in de Hasselt, aldaar tussen:
erfenis van Hanricka dochter van wijlen Jan Aert van Riel, hiertegen gedeeld een zijde
een waterlaat ander zijde
erfenis van Jan Meeus Peter Meeus een einde
de gemeijn straat en een waterlaat ander einde.
Een stuk land gelegen in de parochie voors in die Teetenbraeck, aldaar tussen:
erfenis van Hanricka dochter van wijlen Jan van Riel hiertegen gedeeld een zijde
erfenis van Aert Meeus Peter Meeus ander zijde en een einde
erfenis van de kinderen van wijlen Willem van Riel ander einde.
Een stuk land gelegen als voor tussen:
erfenis van Aert Ghijsbrecht van Riel een zijde
erfenis van Jan Gerit Hermans, waar een voetpad tussen gaat ander zijde en een einde
erfenis van Hanrick Vermee ander einde.
Een stuk weiland gelegen als voor tussen:
erfenis van Hanricka dochter van wijlen Jan van Riel, hiertegen gedeeld een zijde en ander zijde
erfenis van de Heilige Geest van Tilburg een einde
erfenis van Jan Gerit Hermans ander einde.
Hieruit te gelden aan Barbel Ghijsbrecht Beerten 4½ lopen rogge erfpacht; aan Marij Ghijsbrecht Beerten 5 lopen rogge erfpacht. De voors kinderen moeten de schouw van de waterlaat voors verwaren.
Voorwaarden zijn hierbij, dat de anderen zullen meebetalen als er meer kommer dan hier genoemd op zou mogen staan.

Hiertegen zal Hanricka dochter van wijlen Jan Aert van Riel hebben een huis, hof en de helft van de schuur met de grond en erfenis daaraan liggende , gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Hasselt, aldaar tussen:
erfenis van de kinderen van wijlen Wijllem van Riel hiertegen gedeeld een zijde
erfenis van Willem Veramelvoert ander zijde
erfenis van Jan Meeus Peter Meeus een einde
de gemeijn straat ander einde.
Een stuk land gelegen in de parochie voors ter plaatse genaamd in die Teetenbraeck, aldaar tussen:
erfenis van de kinderen van wijlen Willem van Riel hiertegen gedeeld een zijde
erfenis van Aert Ghijsbrecht van Ghierl ander zijde
erfenis van Aert Meeus Peter Meeus een einde
erfenis van Jan Gherit Hermans ander einde.
Een stuk land gelegen als voor tussen:
erfenis van Aert Meeus Peter Meeus een zijde
erfenis van Hanrick Vermee ander zijde en een einde
erfenis van Jan Jan Eelkens ander einde.
Een stuk weiland gelegen als voor tussen:
erfenis van Ariaen Gerit Meeus een zijde
erfenis van de Heilige Geest van Tilburg ander zijde
erfenis van Herman Gherit Hermans een einde
de gemeijn straat ander einde.
Hieruit te gelden aan Laureijs Jan Berthouts 7 lopen rogge erfpacht; aan Steven Claeus Stevens 5 lopen rogge erfpacht; aan de kinderen van Ghijsbrecht Beerten 5 lopen rogge erfpacht.
Te laten wegen hun, die daarop recht hebben over het laatste stuk weiland. Verder moet de waterlaat onderhouden worden.
Met voorwaarden ut supra (als voor).

1533, december 2

Bewerkt door: J.R.O. Trommelen



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832